Translation of "Bedankt" in French

- Bedankt!
- Dank u.
- Bedankt.

- Merci !
- Merci.

- Bedankt allebei.
- Beiden bedankt.

Merci à vous deux.

- Bedankt, Einstein!
- Bedankt, Einstein.

Merci, Einstein !

- Toch bedankt!
- Althans bedankt!

Merci quand même.

Bedankt.

Merci.

Bedankt!

Merci !

- Toch bedankt!
- Hoe dan ook bedankt!
- Althans bedankt!
- In ieder geval bedankt!

Merci quand même.

- Heel erg bedankt!
- Hartelijk bedankt!

- Merci beaucoup !
- Grand merci !

- Heel erg bedankt!
- Hartelijk bedankt!
- Hartelijk dank!
- Heel hartelijk bedankt.

- Merci beaucoup !
- Grand merci !

- Allemaal hartelijk bedankt.
- Hartelijk bedankt allemaal.

- Merci beaucoup à tous.
- Merci beaucoup à toutes.

- Heel erg bedankt!
- Heel hartelijk bedankt.

Merci beaucoup !

Alvast bedankt!

Merci beaucoup d'avance !

Toch bedankt.

Merci tout de même.

Bedankt, broeders.

Merci, mes frères.

Bedankt, Hongarije!

Merci, la Hongrie !

Bedankt, jochie!

Merci, gamin !

Hartelijk bedankt.

Merci vraiment.

Bedankt, jongens!

Merci, les mecs !

Bedankt, Einstein.

- Merci, Einstein.
- Merci, Einstein !

Alvast bedankt.

- Merci d'avance.
- D'avance, merci.

Bedankt, Sherlock.

- Merci, Sherlock !
- Je te remercie, Sherlock !
- Je vous remercie, Sherlock !

Nogmaals bedankt.

Encore une fois, merci.

Bedankt, Jezus.

Merci, Jésus.

Bedankt, Yukina.

Merci, Yukina.

Bedankt, vrienden.

Merci, mes amis.

Bedankt, Jim.

Merci, Jim.

Bedankt daarvoor!

Merci pour ça !

Bedankt jongens.

Merci, les gars.

Bedankt, vriend!

Merci, l'ami !

Hartelijk bedankt!

Merci beaucoup !

Bedankt, broer.

Merci, frangin.

- Bedankt.
- Dankjewel!

Je te remercie.

Bedankt daarvoor.

- Je vous remercie pour cela.
- Je te remercie pour cela.

- Bedankt voor uw antwoord.
- Bedankt voor je antwoord.
- Bedankt voor jullie antwoord.
- Bedankt voor jouw antwoord.

- Merci de votre réponse.
- Merci de ta réponse.

- Heel erg bedankt!
- Hartelijk bedankt!
- Hartelijk dank!

- Merci beaucoup !
- Grand merci.
- Merci beaucoup.

- Bedankt voor je hulp.
- Bedankt voor de hulp.
- Bedankt voor het helpen.

Merci pour votre aide.

- Bedankt voor uw gastvrijheid.
- Bedankt voor jullie gastvrijheid.

- Merci pour votre hospitalité.
- Merci pour ton hospitalité.
- Merci de votre hospitalité.
- J'apprécie l'hospitalité.

- Bedankt voor uw geduld.
- Bedankt voor je geduld.

Merci pour votre patience.

- Bedankt voor uw hulp.
- Bedankt voor je hulp.

Merci de votre assistance.

- Bedankt voor de inlichting.
- Bedankt voor de informatie!

Merci pour l'information.

Heel erg bedankt.

Merci beaucoup.

Bedankt voor vandaag.

- Merci pour aujourd'hui.
- Merci beaucoup pour aujourd'hui.

- Bedankt!
- Proost!
- Gezondheid!

- Santé !
- À votre santé !
- Merci !
- À la tienne !
- À la vôtre !
- Tchin-tchin !

"Bedankt." "Graag gedaan."

- « Merci. » « De rien. »
- « Merci. » « Avec plaisir. »
- « Merci ! » « De rien ! »
- « Merci. » « De rien. »

Bedankt voor alles.

Merci pour tout.

Bedankt voor gisteravond.

- Merci pour la nuit dernière.
- Merci pour la soirée d'hier.

U ook bedankt.

- Merci à vous aussi !
- Merci à vous également !

Bedankt en goedenacht!

Merci et bonne nuit !

Bedankt! - Geen dank.

Merci beaucoup! — Je vous en prie.

Hartelijk bedankt allemaal.

Un cordial merci à tous.

Heel erg bedankt!

- Merci beaucoup !
- Merci bien.
- Grand merci.
- Un grand merci.

- Bedankt voor de uitnodiging.
- Erg bedankt voor de uitnodiging.

Merci beaucoup pour l'invitation.

- Dank je wel jullie beiden!
- Bedankt allebei.
- Beiden bedankt.

Merci à vous deux.

- Hartelijk bedankt voor uw gastvrijheid.
- Bedankt voor uw gastvrijheid.

Merci de votre hospitalité.

- Bedankt!
- Dank u wel!
- Dank je wel!
- Dank u.
- Bedankt.

- Merci !
- Merci.

- Alvast bedankt voor je samenwerking.
- Alvast bedankt voor uw samenwerking.

- Merci beaucoup d'avance pour votre coopération.
- Merci beaucoup d'avance pour ta coopération.

Bedankt voor het delen!

Merci pour le partage !

Bedankt voor je brief.

Merci beaucoup pour ta lettre.

Bedankt voor uw hulp.

- Merci de votre assistance.
- Merci pour votre aide.

Bedankt voor je interesse.

Merci pour votre attention.

Bedankt voor de uitnodiging.

Merci de m'avoir invitée.

Bedankt voor je cadeau.

- Merci pour votre cadeau.
- Merci pour le cadeau.
- Merci pour ton cadeau.

Bedankt voor je brief!

- Merci pour votre lettre !
- Merci pour ta lettre !

Bedankt voor de inlichting.

Merci pour l'information.

Bedankt voor het drinkgeld.

- Merci pour le conseil.
- Merci pour le conseil !

Bedankt voor het eten.

Merci pour le dîner.

"Meer koffie?" "Nee, bedankt."

«Davantage de café ?» «Non, c'est bon.»

Bedankt voor het komen.

- Merci d'être venu.
- Merci de venir.
- Merci d'être venue.
- Merci d'être venus.
- Merci d'être venues.