Translation of "Dank" in French

- Bedankt! - Geen dank.
- "Dank u." "Geen dank."

- « Merci. » « De rien. »
- « Merci ! » « De rien ! »
- « Merci. » « De rien. »
- « Merci ! » « De rien ! »

- Bedankt!
- Dank u wel!
- Dank je wel!
- Dank u.
- Dank je!
- Dankjewel!

Merci !

- Dank u.
- Ik dank u.

Je vous remercie.

- Dank je wel.
- Dank je.

Merci à toi.

- Hartelijk dank!
- Duizend maal dank!

Merci mille fois !

- Bedankt!
- Dank u wel!
- Dank je wel!
- Dank u.
- Ik dank u.
- Dankjewel!

- Merci !
- Merci.

- "Bedankt." "Graag gedaan."
- Bedankt! - Geen dank.
- "Dank u." "Geen dank."
- "Dank je." "Graag gedaan."

- « Merci ! » « Je vous en prie. »
- « Merci. » « De rien. »

- Bedankt!
- Dank u wel!
- Dank je wel!
- Dank u.
- Bedankt.

- Merci !
- Merci.

- Bedankt!
- Dank u wel!
- Dank je wel!
- Dank je!
- Dankjewel!

Merci !

- Hartelijk bedankt.
- Hartelijk dank.
- Veel dank.

- Merci vraiment.
- Merci bien.
- Mille mercis.
- Merci mille fois !

- Dank u.
- Ik dank u.
- Bedankt.

- Je te remercie.
- Je vous remercie.

- Bedankt!
- Dank u wel!
- Dank je wel!
- Dank u.
- Ik dank u.
- Bedankt.
- Wij danken u.
- Dank je!
- Dankjewel!

- Merci !
- Merci.

Hartelijk dank.

- Grand merci.
- Un grand merci.
- Merci mille fois !

Hartelijk dank!

Un tout grand merci !

Dank u.

Merci.

Dank God.

Remercions Dieu.

- "Bedankt." "Graag gedaan."
- "Dank u." "Geen dank."
- "Dank je." "Graag gedaan."

- « Merci. » « De rien. »
- « Merci. » « Avec plaisir. »
- « Merci. » « De rien. »
- « Merci. » « C'est moi. »

- Bedankt!
- Dank u wel!
- Dank je wel!

Merci !

- "Bedankt." "Graag gedaan."
- "Dank u." "Geen dank."

- « Merci. » « De rien. »
- « Merci. » « Avec plaisir. »
- « Merci ! » « De rien ! »
- « Merci. » « De rien. »
- « Merci. » « C'est moi. »
- « Merci ! » « De rien ! »
- « Merci. » « C'est moi. »

- Dank u, hetzelfde.
- Dank je, hetzelfde!
- Bedankt, hetzelfde!

- Merci, de même !
- Merci, toi aussi !
- Merci, vous aussi !
- Merci, pareillement !

- Bedankt!
- Dank u wel!
- Dank je wel!
- Dankjewel!

Merci !

Bij voorbaat dank.

- En vous remerciant d'avance.
- En vous remerciant par avance.

Dank u, hetzelfde.

- Merci, de même !
- Merci, vous de même !
- Merci, également !

Dank u, meneer.

Merci, Monsieur.

Dank je, schat.

Merci, mon chéri.

Goed, dank je.

Bien, merci.

Ik dank u.

- Je te remercie.
- Je vous remercie.

Bedankt! - Geen dank.

Merci beaucoup! — Je vous en prie.

Dankjewel, dank je.

Merci beaucoup, merci.

Duizend maal dank!

Merci mille fois !

Hartelijk dank daarvoor.

Merci beaucoup pour cela.

Dank u hartelijk.

Je vous remercie chaleureusement.

- Dank u voor uw verslag.
- Dank je voor je verslag.

- Merci pour votre rapport.
- Merci pour ton compte-rendu.

- Bedankt, maat!
- Dank je wel, makker!
- Dank je wel, kerel.

Merci, mon pote !

Dank u wel, dokter.

Merci beaucoup, Docteur.

- Graag gedaan.
- Geen dank.

- De rien.
- Avec plaisir.

- Bedankt!
- Dank u.
- Bedankt.

- Merci !
- Merci.

- Dank je wel!
- Dankjewel!

Merci !

Dank je wel, schat.

- Merci, chéri.
- Merci, chérie.
- Merci, mon cher.
- Merci, ma chère.

- God zij dank.
- Godzijdank.

- Dieu merci.
- Grâce à Dieu.
- Merci à Dieu !
- Dieu merci !

Ha! Dank u, liefste.

Ah, merci mon cher.

Tegen wil en dank.

Bon gré mal gré.

Dank voor het telefoontje.

- Merci d'avoir appelé.
- Merci de m'avoir appelé.

Bekijk deze dank memes!

- Matez-moi ces dank mèmes !
- Mate-moi ces dank mèmes !

"Dank je." "Graag gedaan."

- « Merci ! » « De rien ! »
- « Merci ! » « De rien ! »

- Ik ben oké, dank je.
- Ik ben in orde, dank je.

- Ça va, merci.
- Je vais bien, merci.

- Met mij gaat het goed, dank u.
- Ik ben oké, dank je.
- Ik ben in orde, dank je.

Ça va, merci.

- Heel erg bedankt!
- Hartelijk bedankt!
- Hartelijk dank!
- Heel hartelijk bedankt.
- Duizend maal dank!
- Ik dank je van ganser harte.

- Merci mille fois !
- Merci de tout cœur !
- Merci du fond du cœur !
- Mille fois merci !

- Bedankt, vriend!
- Bedankt, maat!
- Dank je wel, makker!
- Dank je wel, kerel.

Merci, mon pote !

- Nee, bedankt.
- Nee, dank u.

Non, merci.

Heel goed, dank je wel.

Très bien, merci.

Dank je voor het cadeau.

Merci pour le cadeau.

Dank je wel jullie beiden!

Merci à vous deux.

Zeg toch minstens "Dank u".

Tu devrais au moins dire « merci ».

Dank u voor uw moeite.

Merci pour ta peine.

Dank je voor het luisteren.

Merci pour votre écoute.

Dank u wel voor gisteren.

Je vous remercie pour hier.

Dank u voor de waarschuwing.

Je vous remercie pour l'avertissement.

- Ik dank u met heel mijn hart.
- Ik dank je van ganser harte.

Je vous remercie de tout cœur.