Translation of "Arts" in French

0.014 sec.

Examples of using "Arts" in a sentence and their french translations:

Raadpleeg je arts.

Consulte ton médecin.

Ik ben arts.

Je suis médecin.

Is zij geen arts?

N'est-elle pas médecin ?

Mijn vrouw is arts.

Ma femme est médecin.

Mijn vader is arts.

Mon père est médecin.

Is zijn vader arts?

Son père est-il médecin ?

Hij is arts van beroep.

Il est médecin de profession.

Je hebt je arts geraadpleegd.

Tu consultais ton médecin.

De arts verklaarde hem dood.

Le médecin prononça son décès.

Je bent een goede arts.

Vous êtes un bon médecin.

- Ik dacht dat hij een arts was.
- Ik geloofde dat hij een arts was.

Je croyais qu'il était docteur.

Een goede arts zegt soms 'nee'.

Donc parfois un bon docteur vous dit non,

- Zijt ge dokter?
- Ben je arts?

Es-tu médecin ?

Hij besloot om arts te worden.

Il s’est décidé à devenir docteur.

Hij is geen arts maar leraar.

Il n'est pas médecin, il est professeur.

De arts heeft zijn ziekte genezen.

Le médecin guérit son affection.

Ik zou een arts moeten bellen.

Je devrais appeler un médecin.

Is er een arts aan boord?

Y a-t-il un médecin à bord ?

Je moet onmiddellijk een arts raadplegen.

Tu dois immédiatement aller consulter un médecin.

Ik ben arts op de spoedeisende hulp

Je suis médecin-urgentiste,

Tom heeft een glansrijke carrière als arts.

Tom a une brillante carrière en tant que médecin.

Ze stuurden er meteen een arts heen.

Un médecin fut envoyé immédiatement.

Hoe lang bent u hier al arts?

- Combien de temps as-tu été médecin ici ?
- Combien de temps avez-vous été médecin ici ?

Ik geloofde dat hij een arts was.

Je croyais qu'il était médecin.

Ik dacht dat hij een arts was.

Je croyais qu'il était docteur.

Zijn broer is een heel bekwame arts.

Son frère est un médecin très doué.

De arts heeft de juiste diagnose gemaakt.

Le médecin a fait le bon diagnostic.

- Mijn vader is arts.
- Mijn vader is dokter.

- Mon père est médecin.
- Mon père est toubib.

De arts raadde hem aan minder te drinken.

Le docteur lui a conseillé de diminuer la boisson.

- Mijn vader was dokter.
- Mijn vader was arts.

Mon père était médecin.

De arts heeft de patiënt met antibiotica behandeld.

- Le médecin a traité le patient avec des antibiotiques.
- Le médecin soigna le patient avec des antibiotiques.
- Le médecin a traité le patient à coups d'antibiotiques.

Elke arts zal je vertellen te stoppen met roken.

- N'importe quel docteur vous dirait d'arrêter de fumer.
- N'importe quel médecin te dira d'arrêter de fumer.

Als ik jou was, zou ik een arts bellen.

Si j'étais toi, j'appellerais un médecin.

Op verzoek van de arts ontblootte hij zijn bovenlijf.

Il s'est déshabillé le haut du corps à la demande du médecin.

- Ik ben arts.
- Ik ben geneesheer.
- Ik ben dokter.

- Je suis médecin.
- Je suis toubib.

- Ik ben arts.
- Ik ben dokter.
- Ik ben een dokter.

- Je suis médecin.
- Je suis toubib.

De arts slaagde er eindelijk in de bloeding te stoppen.

Le médecin fut finalement en mesure d'enrayer l'hémorragie.

- Zijt ge dokter?
- Bent u een dokter?
- Ben je arts?

Es-tu médecin ?

- Ik was arts.
- Ik was geneesheer.
- Ik was een dokter.

J'étais médecin.

- De dokter zal hem onderzoeken.
- De arts zal hem onderzoeken.

- Le docteur l'examinera.
- Le médecin l'examinera.

Dat vertelt de arts dat er verbinding is met de buitenwereld.

Cela dit au médecin qu'il y a un lien avec le monde extérieur.

Ik wou dat ik de raad van de arts had opgevolgd.

J'aurais dû suivre les conseils du médecin.

- Ik droom ervan dokter te worden.
- Ik droom ervan arts te worden.

Mon rêve est de devenir médecin.

- Ik ben arts.
- Ik ben geneesheer.
- Ik ben dokter.
- Ik ben een dokter.

Je suis médecin.

- Is er een geneesheer in het vliegtuig?
- Is er een arts aan boord?

Y a-t-il un médecin à bord ?

- Hij besloot om arts te worden.
- Hij heeft besloten om dokter te worden.

Il s’est décidé à devenir docteur.

- De dokter behandelde de patiënt met antibiotica.
- De arts heeft de patiënt met antibiotica behandeld.

- Le médecin a traité le patient avec des antibiotiques.
- Le médecin soigna le patient avec des antibiotiques.

- De dokter raadde haar aan om thuis te blijven.
- De arts adviseerde haar thuis te blijven.

Le médecin lui conseilla de rester à la maison.

- Mijn vader is geen leraar, maar een dokter.
- Mijn vader is geen leraar, maar een arts.

Mon père n'est pas enseignant, il est docteur.