Translation of "Amsterdam" in French

0.005 sec.

Examples of using "Amsterdam" in a sentence and their french translations:

Amsterdam is geweldig!

Amsterdam est magnifique !

Groetjes uit Amsterdam!

Bonjour d'Amsterdam !

- Amsterdam is de hoofdstad van Nederland.
- De hoofdstad van Nederland is Amsterdam.

La capitale des Pays-Bas est Amsterdam.

Amsterdam is de hoofdstad van Nederland.

- La capitale des Pays-Bas est Amsterdam.
- Amsterdam est la capitale des Pays-Bas.

Amsterdam is beroemd om zijn grachten.

Amsterdam est célèbre pour ses canaux.

Hij is toch naar Amsterdam vandaag?

Il est allé à Amsterdam aujourd'hui, non ?

De hoofdstad van Nederland is Amsterdam.

La capitale des Pays-Bas est Amsterdam.

"Waar woonde u?" "Ik woonde in Amsterdam."

« Où habitiez-vous ? » « J'habitais à Amsterdam. »

Ik wil morgen met de trein naar Amsterdam gaan. Hoeveel kost een kaartje?

Je veux prendre le train pour Amsterdam demain. Combien coûte un billet ?