Translation of "Aangekomen" in French

- Paramedici zijn aangekomen.
- Hulpverleners zijn aangekomen.

Des ambulanciers sont arrivés.

Veilig aangekomen?

Arrivé à bon port ?

- Wanneer zijt ge aangekomen?
- Wanneer ben je aangekomen?

- Quand es-tu arrivé ?
- Quand es-tu arrivée ?

Ik ben aangekomen.

J'ai pris du poids.

Hij is aangekomen.

Il a pris du poids.

We zijn aangekomen.

Nous sommes arrivés.

Maria is aangekomen.

Marie a pris du poids.

Is het aangekomen?

Est-ce que c'est arrivé ?

Ze is aangekomen.

Elle est arrivée.

Het is aangekomen.

C'est arrivé.

Sami is aangekomen.

Sami est arrivé.

Iedereen is aangekomen.

Tout le monde est arrivé.

Yanni is aangekomen.

Yanni est arrivé.

Is hij al aangekomen?

Est-il déjà arrivé ?

Hij is uiteindelijk aangekomen.

Il est enfin arrivé.

Ze zijn zojuist aangekomen.

- Ils viennent juste d'arriver.
- Vous venez juste d'arriver.

Ik ben net aangekomen.

Je viens d'arriver.

Tom is gisteren aangekomen.

Tom est arrivé hier.

Tom is eindelijk aangekomen.

- Tom est enfin venu.
- Tom est enfin arrivé.
- Tom est finalement arrivé.

Tom is nooit aangekomen.

Tom n'est jamais arrivé.

Wanneer ben je aangekomen?

- Quand es-tu arrivé ?
- Quand es-tu arrivée ?

Ik ben gisteravond aangekomen.

- Je suis arrivé hier soir.
- Je suis arrivée la nuit dernière.

Het eten is aangekomen.

La nourriture est arrivée.

Je peter is aangekomen.

Ton parrain est arrivé.

- Ik ben sinds Kerstmis veel aangekomen.
- Ik ben sinds kerst veel aangekomen.

J'ai pris beaucoup de poids depuis Noël.

Ken is in Kioto aangekomen.

Ken est arrivé à Kyoto.

Tom is als laatste aangekomen.

Tom arriva en dernier.

Ik ben vanmorgen veilig aangekomen.

- Je suis arrivé en parfaite santé ce matin.
- Je suis arrivée saine et sauve ce matin.

Jim is nog niet aangekomen.

Jim n'est pas encore arrivé.

Tom is nog niet aangekomen.

Tom n'est pas encore arrivé.

Ik ben drie kilo aangekomen.

J'ai pris trois kilos.

Iedereen is aangekomen, behalve John.

Tout le monde est arrivé sauf John.

Ik ben hier net aangekomen.

Je viens juste d'arriver ici.

We zijn als eersten aangekomen.

Nous sommes les premiers arrivés.

Tom is te voet aangekomen.

Tom est arrivé à pied.

We zijn op de klif aangekomen.

On a atteint le sommet.

Ik ben er te vroeg aangekomen.

Je suis arrivé là-bas trop tôt.

Hij is zaterdag aangekomen in Kyoto.

Il est arrivé samedi à Kyoto.

De trein is hier net aangekomen.

Le train vient juste d'arriver.

Zijn er brieven voor mij aangekomen?

Y a-t-il quelque lettre pour moi ?

- Tom is er.
- Tom is aangekomen.

Tom est arrivé.

Hij zou nu moeten aangekomen zijn.

Il devrait déjà être arrivé maintenant.

Ik ben voor de anderen aangekomen.

- Je suis arrivé avant les autres.
- J'arrivai avant les autres.

We zijn hier snel aangekomen, niet?

Nous sommes arrivés ici rapidement, n'est-ce pas ?

Ik ben eergisteren in Narita aangekomen.

Je suis arrivée à Narita avant-hier.

Hoe laat is hij daar aangekomen?

- À quelle heure est-il arrivé là-bas ?
- À quelle heure y est-il parvenu ?

Ik ben gisteren in Tokio aangekomen.

Je suis arrivé à Tokyo hier.

Ik ben later dan gebruikelijk aangekomen.

Je suis arrivé plus tard que d'habitude.

We zijn hier 's avonds aangekomen.

Nous sommes arrivés ici le soir.

- Samantha is aangekomen.
- Samantha is er.

Samantha est arrivée.

Ik ben de laatste tijd aangekomen.

J'ai grossi dernièrement.

De abt is op tijd aangekomen.

L'abbé est arrivé à l'heure.

- Hij is dikker geworden.
- Hij is aangekomen.

Il a pris du poids.

Ik ben pas aangekomen in het station.

- Je viens d'arriver à la gare.
- Je viens d’arriver à la gare.
- Je viens d’arriver à la station.

- Je bent aangekomen.
- Je bent dikker geworden.

- Tu as pris du poids.
- Vous avez pris du poids.

Bel me op als je aangekomen bent.

Appelle-moi quand tu arrives.

Hij is hier tien minuten geleden aangekomen.

Il est venu ici il y a dix minutes.

- Ik ben aangekomen.
- Ik ben zwaarder geworden.

J'ai pris du poids.

- Ik ben gisteren aangekomen.
- Ik kwam gisteren aan.

- Eu cheguei ontem.
- Je suis arrivée hier.

Tom is vandaag juist weer aangekomen in Boston.

Tom vient de rentrer à Boston aujourd'hui.

Ik ben gisteren aangekomen en zal morgen teruggaan.

Je suis arrivé hier et je repartirai demain.

We zijn hier een paar uur geleden aangekomen.

Nous sommes arrivés ici il y a quelques heures.

Een groep buitenlanders is in Edo, dus in Tokio, aangekomen.

Un groupe d'étrangers est arrivé à Edo, Tokyo en d'autres termes.

Eenmaal op het station aangekomen, belde ik mijn vriend op.

Une fois arrivé à la station, j’ai appelé mon ami.

- Jim is nog niet aangekomen.
- Jim is er nog niet.

- Jim n'est pas encore venu.
- Jim n'est pas encore arrivé.