Translation of "Leerden" in English

We leerden.

We learned.

Ze leerden.

They learned.

leerden we over opvangboerderijen,

we'd found out that there were places called farm sanctuaries

- Je leerde.
- Jullie leerden.

You learned.

- U hebt geleerd.
- Jullie leerden.

You learned.

Zij leerden veel van politieke gevangenen.

Regular prisoners learned a lot from political prisoners.

Sterker nog, de sociale wetenschappen leerden ons

And what's more, the social science has taught us

Tom wilde dat zijn kinderen Frans leerden.

Tom wanted his children to learn French.

En door te spelen, leerden we zo veel.

And by playing, we learned so much.

De studenten leerden dit gedicht uit hun hoofd.

The students learned this poem by heart.

Wij leerden dat Engels een internationale taal is.

We learned that English is an international language.

Tom en Maria leerden elkaar kennen op een Halloweenfeest.

Tom and Mary met at a Halloween party.

Mijn vrouw en ik waren heel gelukkig...voor we elkaar leerden kennen.

My wife and I were once very happy... until we met each other.