Translation of "Jasje" in English

Van wie is dit jasje?

Who does this jacket belong to?

Er zitten knopen op het jasje.

There are buttons on the coat.

Hij trok zijn jasje weer aan.

He put his jacket back on.

Zo de wind waait, waait z'n jasje.

He changes his opinions one after another.

Zoals de wind waait, waait zijn jasje.

As the wind blows, so does his jacket.

Ik vind het rode jasje niet leuk.

I don't like the red jacket.

Hij speldde een anjer aan zijn jasje.

He pinned a carnation to his jacket.

Dat is het jasje dat ik Tom zag dragen.

That's the jacket I saw Tom wearing.

- Ik hou niet van dat jasje.
- Ik vind deze jas niet leuk.

I don't like this jacket.

Ik ga niet graag buiten zonder jasje op een zo koude dag.

I don't like to go out without a coat on such a cold day.

Ze gaf hem zijn jasje, opende vervolgens de deur en vroeg hem te vertrekken.

She handed him his jacket then opened the door and asked him to leave.