Translation of "Ijs" in English

- Wil je meer ijs?
- Wilt u meer ijs?
- Willen jullie meer ijs?

- Do you want more ice?
- Do you want more ice cream?

- Heeft u chocolade-ijs?
- Heb je chocolade-ijs?
- Hebben jullie chocolade-ijs?

Do you have any chocolate ice cream?

- Willen jullie wat ijs?
- Wilt u wat ijs?

Would you like ice?

Door dit ijs.

Get through this ice.

Dit is ijs.

This is ice.

Thee zonder ijs.

Tea without ice.

Het ijs smelt.

The ice is melting.

Ik wil ijs.

I want ice cream.

IJs is koel.

Ice is cool.

Tom eet ijs.

Tom is eating ice cream.

Waarom drijft ijs?

Why does ice float?

IJs is vast.

Ice is solid.

Sami wilde ijs.

Sami wanted ice cream.

Ik eet ijs.

- I'm eating an ice cream.
- I'm eating ice cream.

Hij eet ijs.

He's eating an ice cream.

Houdt het ijs?

Will the ice bear?

- Het ijs is aan het smelten.
- Het ijs smelt.

The ice is melting.

- Ik hou van ijs.
- Ik ben gek op ijs.

I love ice cream.

- Tom houdt van vanille-ijs.
- Tom lust graag vanille-ijs.

Tom likes vanilla ice cream.

Het ijs is gesmolten.

- The ice has melted.
- The ice melted.

Ik wil ijs eten.

I want to eat ice cream.

Wilt u wat ijs?

Would you like ice?

Ik krijs om ijs.

I scream for ice cream.

Is het ijs koud?

Is the ice cold?

Ik heb ijs nodig.

I need ice.

Wil je wat ijs?

- Do you want some ice cream?
- Would you like some ice cream?
- Do you want to eat some ice cream?

IJs smelt tot water.

Ice melts in water.

Ze houdt van ijs.

She has liking for ice cream.

Vast water heet ijs.

Solid water is called ice.

Ik wil geen ijs.

- I don't want any ice cream.
- I don't want ice.

Voeg veel ijs toe.

Add lots of ice.

Tom at wat ijs.

Tom ate some ice cream.

Tom houdt van ijs.

Tom likes ice cream.

Iedereen houdt van ijs.

- Everyone likes ice cream.
- Everybody likes ice cream.
- Everyone likes snow.
- Everybody likes snow.

IJs is erg koud.

Ice is very cold.

Wie wil er ijs?

- Who'd like ice cream?
- Who wants ice cream?

Ik hou van ijs.

I like ice cream.

Waar is het ijs?

Where's the ice?

Tom at veel ijs.

Tom ate a lot of ice cream.

Willen jullie wat ijs?

Would you like ice?

Kinderen houden van ijs.

- Kids like ice cream.
- Children like ice cream.

Hij houdt van ijs.

He likes ice cream.

Sami hield van ijs.

Sami loved ice cream.

Wilt u meer ijs?

- Do you want more ice?
- Do you want more ice cream?

- Ik ben dol op vanille-ijs.
- Ik hou van vanille-ijs.

I love vanilla ice cream.

- Je schaatst op heel dun ijs.
- U schaatst op heel dun ijs.
- Jullie schaatsen op heel dun ijs.

You're skating on very thin ice.

- Door te smelten wordt ijs water.
- IJs wordt water wanneer het smelt.

When ice melts, it becomes water.

Ze door het ijs vielen.

they fell through the ice.

Het water veranderde in ijs.

The water turned to ice.

Het ijs is heel dik.

The ice is very thick.

Welke temperatuur heeft het ijs?

What is the temperature of the ice?

Warmte verandert ijs in water.

- Heat turns ice into water.
- Heat changes ice into water.

Op ijs vallen doet pijn.

Falling on ice hurts.

Hij geeft niet om ijs.

He does not care for ice cream.

We liepen over het ijs.

We walked across the ice.

Tom at al het ijs.

Tom ate all the ice cream.

Ik hou niet van ijs.

I don't like ice cream.