Translation of "Gezien" in English

0.009 sec.

Examples of using "Gezien" in a sentence and their english translations:

- Heb je dat gezien?
- Heeft u dat gezien?
- Hebben jullie dat gezien?

Did you see that?

- Ik heb jullie gezien.
- Ik heb je gezien.
- Ik heb u gezien.

I saw you.

- Heb je het gezien?
- Heb je dat gezien?

Did you see that?

- Ik heb jullie gezien.
- Ik heb u gezien.

I saw you.

- We hebben hen gezien.
- We hebben hem gezien.

We've seen him.

Lang niet gezien.

It's been a long time.

- We hebben aliens gezien.
- We hebben buitenaardse wezens gezien.

We've seen aliens.

- Heb je ooit sneeuw gezien?
- Heeft u ooit sneeuw gezien?
- Hebben jullie ooit sneeuw gezien?

Have you ever seen snow?

- Heeft iemand je daar gezien?
- Heeft iemand u daar gezien?
- Heeft iemand jullie daar gezien?

- Did anyone see you there?
- Did anybody see you there?

- Ik heb uw vader gezien.
- Ik heb je vader gezien.
- Ik heb jullie vader gezien.

I saw your father.

- Hij heeft hem ook gezien.
- Hij heeft het ook gezien.
- Hij heeft haar ook gezien.

- He saw it also.
- He saw it, too.

- Heb je mijn boek gezien?
- Heeft u mijn boek gezien?
- Hebben jullie mijn boek gezien?

Have you seen my book?

- Wanneer heeft Tom je gezien?
- Wanneer heeft Tom u gezien?
- Wanneer heeft Tom jullie gezien?

When did Tom see you?

- U heeft ons gisteren gezien.
- Jij hebt ons gisteren gezien.
- Jullie hebben ons gisteren gezien.

You saw us yesterday.

- Heb je mijn vrienden gezien?
- Heeft u mijn vrienden gezien?
- Hebben jullie mijn vrienden gezien?

Have you seen my friends?

- Je hebt me toch gezien?
- U heeft me toch gezien?
- Jullie hebben me toch gezien?

You saw me, didn't you?

- Heb je me niet gezien?
- Hebben jullie me niet gezien?
- Heeft u me niet gezien?

- Didn't you see me?
- Did you not see me?

- Ge hebt hem niet gezien.
- Je hebt hem niet gezien.

You didn't see him.

- Ik heb je gisteren gezien.
- Ik heb jou gisteren gezien.

I saw you yesterday.

- Heb je opa's rolstoel gezien?
- Hebben jullie opa's rolstoel gezien?

Did you see grandpa's wheelchair?

- Ik heb u nooit gezien.
- Ik heb je nooit gezien.

I never saw you.

- Ik wou niet gezien worden.
- Ik wou niet worden gezien.

I didn't want to be seen.

- Heb je mijn pluim gezien?
- Heb je mijn pen gezien?

Have you seen my feather?

- U heeft ons gisteren gezien.
- Jullie hebben ons gisteren gezien.

You saw us yesterday.

- Ik heb u daar gezien.
- Ik heb je daar gezien.

I saw you there.

- Ik heb je foto's gezien.
- Ik heb jullie foto's gezien.

I saw your photos.

- Wij hebben haar niet gezien.
- We hebben haar niet gezien.

We didn't see her.

- Ik heb uw vader gezien.
- Ik heb jullie vader gezien.

I saw your father.

- Ik heb je vader gezien.
- Ik heb jullie vader gezien.

I saw your father.

- Hebben jullie deze film gezien?
- Heb je deze film gezien?

- Did you ever see that movie?
- Did you watch this movie?

- Heeft iemand je daar gezien?
- Heeft iemand u daar gezien?

Did anyone see you there?

We hebben niets gezien.

- We didn't see anything.
- We've seen nothing.

Ik heb hem gezien.

- I did see him.
- I've seen it.
- I've seen that.
- I saw him.
- I saw it.

Ik heb niets gezien.

I saw nothing.

Heb je hem gezien?

- Did you see it?
- Have you seen him?
- Did you see him?

Hebben jullie dat gezien?

- Did you see that?
- Did you guys see that?

Heb je het gezien?

- Did you see it?
- Did you see that?
- Have you seen this?
- Did you guys see that?

Wat heb je gezien?

- What did you see?
- What have you seen?

Wie heb je gezien?

- Who did you see?
- Whom did you see?

Heb je iets gezien?

Did you see something?

Ik heb niemand gezien.

- I didn't see anybody.
- I didn't see anyone.

Niemand heeft iets gezien.

- No one saw anything.
- No one saw a thing.
- Nobody saw anything.

Iemand heeft je gezien.

Somebody saw you.

Hij heeft alles gezien.

He saw everything.

Ik heb hen gezien.

- I saw them.
- I've seen them.

Ik heb het gezien.

I've seen it.

Ik heb Dana gezien.

I saw Dana.

Je hebt niets gezien.

- You didn't see anything.
- You saw nothing.

We hebben hen gezien.

- We've seen her.
- We've seen them.
- We saw them.
- We saw her.

Gevaar gezien, gevaar vermeden.

A danger foreseen is a danger avoided.

Tom heeft niets gezien.

Tom saw nothing.

Ik heb jullie gezien.

I saw you.

We hebben hem gezien.

We've seen him.

Heb je Tom gezien?

Have you seen Tom around?

Hebben jullie Tom gezien?

- Have you seen Tom?
- Did you see Tom?
- Have you guys seen Tom?

Hebben jullie hen gezien?

Have you guys seen them?

We hebben genoeg gezien.

We've seen enough.

Hebben jullie haar gezien?

Have you guys seen her?

Ze hebben me gezien.

They saw me.

Ik heb erger gezien.

- I've seen worse.
- I have seen worse.

Hebben jullie hem gezien?

Have you guys seen him?

Ik heb u gezien.

I saw you.