Translation of "Getrouwd" in English

0.012 sec.

Examples of using "Getrouwd" in a sentence and their english translations:

- Ben je getrouwd?
- Bent u getrouwd?

Are you married?

- We zijn getrouwd.
- Wij zijn getrouwd.

We got married.

"Getrouwd?" "Gescheiden."

"Married?" "Divorced."

- Waarom ben je getrouwd?
- Waarom bent u getrouwd?
- Waarom zijn jullie getrouwd?

Why are you married?

- We zijn niet getrouwd.
- Wij zijn niet getrouwd.

- We're not married.
- We aren't married.

Is zij getrouwd?

Is she married?

Ze zijn getrouwd.

They got married.

Ben je getrouwd?

Are you married?

Bent u getrouwd?

Are you married?

Tom is getrouwd.

- Tom is married.
- Tom's married.

Ik ben getrouwd.

- I'm married.
- I am married.

Is Tom getrouwd?

Is Tom married?

We zijn getrouwd.

We're married.

Ik was getrouwd.

I was married.

- Ben ik nog getrouwd?
- Ben ik nog steeds getrouwd?

Am I still married?

- Tom is in Boston getrouwd.
- Tom is getrouwd in Boston.

Tom got married in Boston.

Ze is niet getrouwd.

She isn't married.

Wanneer ben je getrouwd?

When did you get married?

Ja, ik ben getrouwd.

Yes, I am married.

Hij is al getrouwd.

He's already married.

Larry Ewing is getrouwd.

Larry Ewing is married.

Wij zijn niet getrouwd.

- We're not married.
- We aren't married.

Ze is nooit getrouwd.

She never married.

Ben je ooit getrouwd?

Were you ever married?

Tom is getrouwd, toch?

Tom is married, isn't he?

Hij is niet getrouwd.

- He's not married.
- He is not married.

Wanneer is ze getrouwd?

When did she get married?

Ze waren al getrouwd.

They were married.

Hij is nooit getrouwd.

He never married.

Mijn baas is getrouwd.

My boss is married.

Ik ben gisteren getrouwd.

I got married yesterday.

Is je zuster getrouwd?

Is your sister married?

Ze is al getrouwd.

- She is already married.
- She's already married.

Mijn neef is getrouwd.

My nephew is married.

- Ze is getrouwd aan zeventien jaar.
- Ze is getrouwd toen ze zeventien was.
- Ze is op haar zeventiende getrouwd.

- She got married at the age of seventeen.
- She got married at the age of 17.
- She got married at seventeen.

- Ze is getrouwd aan zeventien jaar.
- Ze is op haar zeventiende getrouwd.

- She got married at the age of seventeen.
- She got married at the age of 17.
- She got married at seventeen.

Mijn zus is eindelijk getrouwd.

Finally, my sister got married.

Ze zijn tien jaar getrouwd.

They have been married for ten years.

Tom is nooit getrouwd geweest.

Tom has never been married.

Ze zijn 4 jaar getrouwd.

They have been married for four years.

Ik ben nog niet getrouwd.

- I'm not married yet.
- I am not married yet.

We zijn vijf jaar getrouwd.

We've been married for five years.

Ik ben getrouwd met Lori.

- I'm married to Laurie.
- I'm married to Lori.

Allebei mijn broers zijn getrouwd.

Both of my brothers are married.

Waarom ben je niet getrouwd?

Why aren't you married?