Translation of "Fototoestel" in English

- Heb je een fototoestel?
- Hebt ge een fototoestel?

Do you have a camera?

Breng een fototoestel!

Bring a camera.

- Pak het fototoestel.
- Haal de camera.
- Haal het fototoestel.

Get the camera.

- Mijn fototoestel is een Nikon.
- Mijn fototoestel is van Nikon.

My camera is a Nikon.

Heb je een fototoestel?

Do you have a camera?

- Pak de camera.
- Pak het fototoestel.
- Haal de camera.
- Haal het fototoestel.

Get the camera.

- Ik zal u dit fototoestel geven.
- Ik zal je dit fototoestel geven.

I'll give you this camera.

Heb je mijn fototoestel gezien?

- Did you see my camera?
- Have you seen my camera?

Hij heeft een goed fototoestel.

He has got a good camera.

Hij gaat geen fototoestel kopen.

He isn't going to buy a camera.

Hoe gebruik je dit fototoestel?

How do you use this camera?

Dit fototoestel is van Tom.

This camera is Tom's.

- We hebben kort geleden ons fototoestel verloren.
- We hebben onlangs ons fototoestel verloren.

We lost our camera not long ago.

Ik zal u dit fototoestel geven.

I'll give you this camera.

Ik wil een nieuw fototoestel kopen.

I want to buy a new camera.

Ik heb haar mijn fototoestel geleend.

I lent her my camera.

Ze heeft hem een fototoestel gekocht.

She bought him a camera.

Dit fototoestel is geproduceerd in Duitsland.

This camera was made in Germany.

- Haal de camera.
- Haal het fototoestel.

Get the camera.

Hij heeft een goed fototoestel gekocht.

He bought a good camera.

- Weet je waar hij zijn fototoestel gekocht heeft?
- Weet u waar hij zijn fototoestel gekocht heeft?

Do you know where he bought his camera?

Kunt u mij een goed fototoestel aanraden?

Can you recommend a good camera?

Mijn oom heeft mij een fototoestel gegeven

My uncle gave me a camera.

Ik verloor een fototoestel de dag daarvoor.

I lost a camera the day before that.

Papa heeft een fototoestel voor me gekocht.

- Dad bought me a camera.
- Father bought me a camera.

Ik kocht een fototoestel voor dertig dollar.

- I bought a camera for 30 dollars.
- I bought a camera for thirty dollars.

Ik heb mijn fototoestel op haar gericht.

I pointed my camera at her.

Tom kocht een fototoestel voor 500 dollar.

Tom bought a camera for 500 dollars.

Tom kocht voor Mary een mooi fototoestel.

Tom bought Mary a nice camera.

Tom laat zijn broer zijn fototoestel zien.

Tom shows his camera to his brother.

Hij heeft zijn fototoestel aan zijn vriend gegeven.

He gave away his camera to his friend.

Weet u waar hij zijn fototoestel gekocht heeft?

Do you know where he bought his camera?

Weet je waar hij zijn fototoestel gekocht heeft?

Do you know where he bought his camera?

Tom heeft een fototoestel en een statief gekocht.

Tom bought a camera and tripod.

- Mijn camera is waterdicht.
- Mijn fototoestel is waterdicht.

My camera is waterproof.

Zijn fototoestel is drie keer zo duur als het mijne.

His camera is three times as expensive as mine.

- Tom kocht van Maria een camera.
- Tom kocht van Maria een fototoestel.

Tom bought a camera from Mary.

- Niet mijn camera aanraken.
- Kom niet aan mijn fototoestel.
- Raak mijn camera niet aan.

Don't touch my camera.

- Handen af van mijn camera!
- Kom niet aan mijn fototoestel.
- Raak mijn camera niet aan.

- Leave my camera alone.
- Don't touch my camera.

- Ik heb een heel goed fototoestel gekocht.
- Ik heb een heel goede camera gekocht.
- Ik heb een heel goede videocamera gekocht.

I've bought a really good camera.