Translation of "Computers" in English

0.005 sec.

Examples of using "Computers" in a sentence and their english translations:

Computers berekenen.

Computers make calculations.

- Computers worden steeds verbeterd.
- Computers worden voortdurend verbeterd.

Computers are constantly being improved.

Ik haat computers.

I hate computers.

Hoe werken computers?

How do computers work?

Computers zijn machines.

Computers are machines.

Tom verkoopt computers.

Tom sells computers.

- Ik ben geïnteresseerd in computers.
- Ik interesseer me voor computers.

I am interested in computers.

Tom heeft twee computers.

Tom has two computers.

Computers worden steeds verbeterd.

Computers are constantly being improved.

Computers zijn ingewikkelde machines.

- Computers are complicated machines.
- Computers are complex machines.

Computers zijn heel nuttig.

- Computers are of great use.
- Computers are very useful.

Computers maken mensen dom.

Computers make people stupid.

Hebt u twee computers?

Do you have two computers?

Zij kunnen computers repareren.

They can repair computers.

- Rekenmachines berekenen.
- Computers berekenen.

Computers make calculations.

De school heeft vier computers.

The school is equipped with four computers.

Ik interesseer me voor computers.

I am interested in computers.

Tom gebruikt twee computers tegelijkertijd.

Tom uses two computers at the same time.

Persoonlijke computers zijn heel nuttig.

Personal computers are very useful.

Ik ben geïnteresseerd in computers.

I am interested in computers.

Studenten hebben toegang tot deze computers.

Students have access to these computers.

Tom weet hoe computers te herstellen.

Tom knows how to repair computers.

De computers verkopen echt als zoete broodjes.

Computers are really selling like hotcakes.

Hackers breken zonder toestemming in computers in.

Hackers break into computers without permission.

Computers hebben het industriële landschap aanzienlijk veranderd.

Computers have changed the industrial picture considerably.

Ik ben niet zo thuis in computers.

- I don't know much about computers.
- I don't really know very much about computers.

Hoeveel computers zei je dat je had?

How many computers did you say you had?

Computers worden vaak vergeleken met het menselijk brein.

The computer is often compared to the human brain.

Ik zou wat informatie willen over uw nieuwe computers.

I'd like some information about your new computers.

- Computers zijn in staat tot het verrichten van extreem moeilijk werk.
- Computers zijn in staat om extreem gecompliceerd werk te doen.

Computers are capable of doing extremely complicated work.

Computers zijn in staat tot het verrichten van extreem moeilijk werk.

Computers are capable of doing extremely complicated work.

Ik denk dat computers studenten kunnen helpen efficiëntere studiemethoden te gebruiken.

I think that computers can help students use more effective study methods.

Computers kunnen een heel ingewikkeld werk uitvoeren in een fractie van een seconde.

Computers are capable of doing very complicated work in a split second.

Oh God! Hoe komt dit hier terecht? Ik ben niet goed met computers!

Oh God! How did this get here? I'm not good with computers!

Om computerlinguïstiek te kunnen studeren moet men meerdere talen kennen, maar ook goed met computers kunnen omgaan.

In order to study computational linguistics it's necessary to know various languages, however, one also has to be familiar with the use of computers.

Ik heb twee computers, maar ze zijn allebei kapot. Nu gebruik ik dus die van mijn zus terwijl ze weg is.

I have two computers, but they're both broken. So now I'm using my sister's while she's away.