Translation of "Afgelopen" in English

- Spel afgelopen.
- Wedstrijd afgelopen.

Game over.

Spel afgelopen.

Game over.

De afgelopen decennia,

over the last several decades,

Het is afgelopen.

It's finished.

- Heb je afgelopen winter geskied?
- Heeft u afgelopen winter geskied?
- Hebben jullie afgelopen winter geskied?

Did you ski last winter?

In de afgelopen jaren

In the past few years,

De afgelopen paar jaar

Over the course of the last couple of years,

Het was afgelopen week.

It was last week.

Het gebeurde afgelopen oktober.

It happened last October.

Wanneer is het afgelopen?

When did it end?

Hoe is het afgelopen?

- How'd it work out?
- How did it work out?

Het concert is afgelopen.

The concert is over.

- Afgelopen kerst hebben we champagne gedronken.
- Afgelopen kerst dronken we champagne.
- We hebben afgelopen Kerstmis champagne gedronken.

We drank champagne last Christmas.

- Het spijt me voor de afgelopen nacht.
- Sorry voor de afgelopen nacht.

I'm sorry about last night.

- Ik was afgelopen week erg bezig.
- Afgelopen week was ik erg bezig.

I was very busy last week.

- Het afgelopen jaar was behoorlijk succesvol.
- Het afgelopen jaar was vrij succesvol.

Last year was quite successful.

In de afgelopen 10 jaar

Over the last 10 years,

Ze is afgelopen jaar geboren.

She was born last year.

Morgen is de conferentie afgelopen.

The conference will end tomorrow.

Tom bezocht afgelopen zomer Australië.

Tom visited Australia last summer.

Was de afgelopen maand november?

Was last month November?

Het tweede semester is afgelopen.

Second semester has ended.

Tom is afgelopen jaar overleden.

Tom passed away last year.

Gelukkig is het goed afgelopen.

- Fortunately, it turned out well.
- Luckily, it turned out well.

Tom raakte afgelopen maandag vermist.

Tom went missing last Monday.

Ik ben afgelopen maand verhuisd.

- I changed my address last month.
- I moved last month.

Hoewel de westerse dominantie is afgelopen,

Now even though Western domination has ended,

Ze heeft afgelopen week auditie gedaan.

She went in for the audition last week.

Zijn broer is afgelopen maand overleden.

His brother passed away last month.

Wat is er afgelopen nacht gebeurd?

What happened last night?

Ze was afgelopen maand in Amerika.

- She was in America last month.
- She was in the Americas last month.

Wat heb je afgelopen zondag gedaan?

What did you do last Sunday?

Ik heb vreemd gedroomd afgelopen nacht.

- I had strange dreams last night.
- Last night, I had strange dreams.

De afgelopen twee dagen waren druk.

It's been a busy two days.

Ze heeft afgelopen maand ontslag genomen.

She quit her job last month.

Afgelopen jaar kreeg ik een beroerte.

I had a stroke last year.

Waar ben je afgelopen weekend heengegaan?

Where did you go last weekend?

Het heeft afgelopen jaar veel gesneeuwd.

- It snowed a lot last year.
- Last year, there was much snow.

Wat heb je afgelopen nacht gedaan?

- What did you do last night?
- What were you up to last night?

Heb jij afgelopen nacht muziek beluisterd?

Did you listen to music last night?

Heeft u afgelopen nacht muziek beluisterd?

Did you listen to music last night?

De afgelopen nacht was ik thuis.

Last night I was at home.

Het heeft afgelopen maand veel geregend.

We had a lot of rain last month.

Afgelopen lente heb ik Boston bezocht.

I visited Boston last spring.

We hebben afgelopen maandag pizza gegeten.

We ate pizza last Monday.

Sinds afgelopen woensdag is ze ziek.

- She's been ill since last Wednesday.
- She's been sick since last Wednesday.

We hebben elkaar afgelopen maandag ontmoet.

We met last Monday.

Afgelopen oktober was warmer dan normaal.

Last October was warmer than usual.

Je verhaal is nog niet afgelopen.

Your story isn't over yet.

En zoals veel mensen de afgelopen jaren,

And like a lot of people in the past couple of years,

Ons team werkte de afgelopen jaren hard

Our team has been hard at work over the past few years,

De vergadering was om 12 uur afgelopen.

The meeting ended at noon.

Waarom kon je afgelopen nacht niet slapen?

Why couldn't you sleep last night?

Ik heb afgelopen donderdag mijn huis verkocht.

Last Thursday I sold my house.

- Het is allemaal afgelopen.
- Alles is voorbij.

It's all over.

Waarom belde je me niet afgelopen nacht?

Why didn't you call me last night?

Haar oudere zus is afgelopen maand getrouwd.

Her older sister got married last month.

Zijn zoon is het afgelopen jaar gestorven.

His son died last year.

Afgelopen maand heb ik mijn rijbewijs verlengd.

- I had my driver's license renewed last month.
- I had my driving licence renewed last month.

Om negen uur was het spel afgelopen.

The game ended at nine o'clock.

Het afgelopen jaar heeft het veel geregend.

It rained a lot last year.

Afgelopen zondag lag Tom ziek op bed.

Tom was sick in bed last Sunday.

Ik had een nare droom afgelopen nacht.

I had a bad dream last night.