Translation of "​​op" in English

0.018 sec.

Examples of using "​​op" in a sentence and their english translations:

- Rot op.
- Wegwezen.
- Donder op.
- Hoepel op.

Beat it.

- Kom op, schiet op!
- Kom op, opschieten!

Hurry up, you lot!

- Rot op!
- Rot op.

- Beat it.
- Fuck you!
- Go away.
- Fuck off!
- Go screw yourself!
- Screw you!
- Go fuck yourself!
- Get stuffed!
- Get fucked!

- Rot op!
- Hoepel op!

- Get lost!
- Piss off!

- Rot op!
- Scheer je weg!
- Hoepel op!
- Wegwezen!
- Rot op.
- Donder op.

- Beat it.
- Go away.
- Fuck off!
- Get lost!
- Bug off!

- Geef het op!
- Geef op!

- Give up!
- Let it go.
- Surrender!

- Hou op!
- Hou daarmee op!

- Stop that!
- Stop it!
- Cut that out!
- Quit it!

- Schiet op!
- Schiet op.
- Opschieten.

- Hurry up.
- Hurry!
- Make haste.

- Geef op.
- Geef het op.

Give up.

- Op uw gezondheid!
- Op je gezondheid!

Here's to your health!

- Geef het op!
- Geef het op.

Give it up.

- Hou daarmee op!
- Hou ermee op!

- Cut it out!
- Stop that!

- Op mijn erewoord!
- Op mijn woord!

On my honour!

- Schiet op, meisjes.
- Schiet op, meiden.

Hurry up, girls.

- Wacht op mij.
- Wacht op mij!

- Wait for me!
- Wait for me.

- Ze groeide op.
- Ze groeit op.

- She is growing tall.
- It's getting bigger.

- Schiet op!
- Kom op!
- Ga door!

Get moving!

Het vliegtuig steeg op tijd op.

The airplane took off on time.

Op zondagmorgen staat ze laat op.

She gets up late on Sunday mornings.

- Neem de telefoon op.
- Neem op!

- Answer the phone.
- Pick up the phone.

- Eet het op!
- Eet haar op!

Eat it!

- Vul het op.
- Vul hem op.

Fill it up.

Op Instagram,

on Instagram,

Kom op.

Come on.

Helm op.

Okay, helmet on.

Pas op.

Okay, watch out.

Sta op!

- Get up!
- Get up.

Schiet op!

- Hurry!
- Make it quick.

Lazer op!

- Get out.
- Get out!
- Go away.
- Get the fuck out of here.
- Gangway!
- Get the fuck out!
- Take a hike!

Schiet op.

Hurry up.

Kop op!

- Cheer up!
- Cheer up.

Pas op!

- Look out!
- Be careful.
- Beware!

Sta op.

- Get up!
- Get up.

Schuif op.

Shove over.

Geef op.

Give me that.

Rot op!

- Fuck you!
- Fuck off!

Donder op.

- Get out.
- Beat it.
- Get out!
- Go away.
- You disappear.
- Get lost.
- Leave!
- Walk!

Hoepel op!

Go away from here!

Kom op!

- Come on!
- Come on.

Eet op.

Eat up.

Op ons!

To us!

Neem op!

Go for it!

Hou op!

- Stop!
- Leave it!

Op school.

At school.

Spreek op!

Speak louder!