Translation of "Vaak" in Chinese

- Ik heb vaak nare dromen.
- Ik heb vaak nachtmerries.

我经常做噩梦。

- Hoor je vaak van hem?
- Hoort u vaak van hem?
- Horen jullie vaak van hem?

你常常收到他的音訊嗎？

Ik eet vaak kip.

我經常吃雞。

Ik drink vaak thee.

我经常喝茶。

Hij speelt vaak gitaar.

他常常彈吉他。

Ontmoet je hem vaak?

你常常跟他見面嗎？

Ik ben vaak verkouden.

我常常感冒。

Zij ontbijt daar vaak.

她常常在那兒吃早餐。

Kom je hier vaak?

- 你常来吗？
- 您经常来这儿吗？

Ik lees vaak boeken.

我常常看书。

Mijn zus huilt vaak.

我妹妹经常哭。

Italianen drinken vaak koffie.

意大利人常常喝咖啡。

- Kinderen haten vaak spinazie.
- Kinderen hebben vaak een hekel aan spinazie.

孩子平常不喜欢菠菜。

Hij stelt vaak domme vragen.

他常常問些傻問題。

We horen je vaak zingen.

我们经常听到你唱歌。

Mijn moeder bakt ons vaak appeltaarten.

母亲经常为我们做苹果派。

Hij komt vaak laat op school.

他经常上学迟到。

Ik ga vaak naar de bioscoop.

我常常去看電影。

Hoe vaak gebruik jij je telefoon?

你多久用一次手机？

Alexander gaat vaak naar de supermarkt.

Alexandre 经常去超级市场。

We associëren zwart vaak met de dood.

我们常把黑色跟死亡联系起来。

Hij zit vaak uren boeken te lezen.

他常常坐着看书一连好几个小时。

Hij rijdt vaak met zijn vader's auto.

他經常駕駛他的父親的車。

Ik kijk vaak tv voor het avondeten.

我常在吃晚餐前看電視。

Ik zoek vaak woorden op in dat woordenboek.

我经常用那本词典找单词。

Ik speelde vaak honkbal toen ik jong was.

我年輕的時候常常去打棒球。

Mensen van je leeftijd hebben vaak dit probleem.

您这个年龄的人经常有这个问题。

Vaak leer ik terwijl ik naar muziek luister.

我经常边学习边听音乐。

Er wordt vaak gezegd dat Nederlanders tolerant zijn.

人們常說荷蘭人很寬容。

Hij zegt vaak dat wij elkaar moeten helpen.

他常说我们要互帮互助。

Er wordt vaak gezegd dat Japanners harde werkers zijn.

我们经常听说日本人工作勤奋。

Ik heb dat vaak gezegd, en ik blijf erbij.

我一直这么认为并且坚持。

- Japan wordt vaak getroffen door aardbevingen.
- Aardbevingen treffen regelmatig Japan.

地震頻繁地襲擊日本。

Een jongen van zeventien is vaak even groot als zijn vader.

十七歲的男孩常常長得和他父親一樣高。

Tijdens mijn verblijf in Engeland keek ik vaak in de reisgids.

在英国的时候，我经常看参考书。

We presenteren hier een lijst met vaak gestelde vragen over Esperanto.

我們在這裡羅列了通常有關世界語的問題。

- Hij gaat dikwijls te voet naar school.
- Hij loopt vaak naar school.

他常常走路去學校。

Ik woon bij de zee, dus ik ga vaak naar het strand.

我住在海边所以经常去海滩。

Mijn broer bleef vaak de hele nacht op om romans te lezen.

我哥哥經常熬夜看小說。

Hij kwam vaak bij ons op bezoek toen ik nog een kind was.

當我還小的時候他常常來拜訪我們。

Eenzame mensen zijn vaak bang om anderen te ontmoeten, wat ervoor zorgt dat ze altijd eenzaam zullen blijven.

孤獨的人會孤獨，是因為他畏懼他人。