Translation of "‫هم" in Dutch

0.009 sec.

Examples of using "‫هم" in a sentence and their dutch translations:

هم يحبوننا.

- Ze houden van ons.
- Zij houden van ons.

هم صغار.

Ze zijn klein.

هم أساتذة

Het zijn professoren.

هم إخوتي.

Zij zijn mijn broers.

هم مثليون.

Zij zijn homoseksueel.

من هم؟

Wie zijn zij?

- أين هم ذاهبون؟
- إلى أين هم ذاهبون؟

Waar gaan ze heen?

- هم يصدقونه.
- هم يصدقونها.
- هن يصدقنه.
- هن يصدقنها.

Ze geloven het.

- هم يستحقونه.
- هن يستحقنه.
- هم يستحقونها.
- هن يستحقنها.

Ze verdienen het.

ببساطة هم بشر،

Het zijn mensen,

هم يعيشون هناك

Ze wonen daar.

هم أعطوها لي

Ze gaven het aan mij.

هم لا يخافون.

- Ze zijn onbevreesd.
- Zij zijn onbevreesd.

هم من ايسلندا.

Zij komen uit IJsland.

هل هم أصدقاء؟

Zijn ze vrienden?

هم من السويد

Zij komen uit Zweden.

هم يفتحون الباب.

Zij openen de deur.

هم يناقشون المشكلة.

Ze bespreken het probleem.

هم يعرفون توم

Zij kennen Tom.

هم كبار جدا

Ze zijn te groot.

كيف هم الطوارق؟

- Hoe zijn de Toearegs?
- Hoe gaat het met de Toearegs?

هم في الحديقة.

Ze zijn in de tuin.

‫هم أكثر إبداعًا وتفاؤلًا،‬

zijn creatiever en optimistischer,

هم المسيطرون على حياتهم.

de controle hebben over hun leven.

هم في نفس السن.

Ze zijn van dezelfde leeftijd.

- إنهم سعداء
- هم سعداء

Zij zijn gelukkig.

- أين هم؟
- أين هما؟

Waar zijn ze?

هم على قيد الحياة.

Ze zijn in leven.

هم ليسوا لطفاء مع أنفسهم.

Ze zijn niet lief voor zichzelf.

الذين هم أحفاد الديناصورات المباشرة،

die rechtstreeks afstammen van de dinosauriërs

الذين هم أقرب أقربائهم الأحياء،

die nauw verwant zijn aan de dino's

لكن أبطال القصة هم نحنُ،

Maar wij, de helden van het verhaal,

هم جميعهم سوف يساعدون المحيط، أيضاً.

zij de oceaan ook zouden willen helpen.

لماذا هم في الواقع يستمرون بالارتفاع؟

Waarom lopen ze feitelijk nog steeds verder op?

هم الذين حين يستقيلون من عملهم،

...zijn degenen die, als ze aftreden...

أحفادهم، الذين هم أجيال تحررت من العبودية،

Hun nakomelingen, al generaties lang van de slavernij bevrijd,

هؤلاء هم أغنى وأقوى الرجال في العالم،

dit zijn de rijkste en machtigste mannen ter wereld,

هم يصدقون ذلك حتى ولو أنه غير صحيح.

Ze geloven het, zelfs als het niet waar is.

هم أقل قلقا، وكانوا أقل قلقا بشأن قلقهم.

Ze piekerden minder, en maakten zich minder druk dat ze piekerden.

أن البشر هم المشكلة وأن التقنية هي الحل.

dat mensen het probleem zijn en technologie de oplossing.

لكونهم عاديون جداً هم ما يحدث في العادة

Ze zijn te gewoon, ze zijn wat normaliter gebeurt.

باقي العالم هم فقط من يحتاج للتغير والتكيف

alleen de rest van de wereld moet veranderen en aanpassen.

هم في المنطقة الرمادية ليس لكونهم غير متأكدين،

Ze zijn niet grijs omdat ze onzeker zijn,

- هما في نفس العمر.
- هم في نفس السن.

Ze zijn van dezelfde leeftijd.

أعرف أنها لن تستمر٬ هم يعرفون٬ لما الإطاله ؟

Ik weet het, zij weten het, waarom hou ik dit vol?

يصّلي المسلمون دائما و هم متوجّهون نحو الكعبة.

Moslims bidden altijd met het gezicht richting Mekka.

العناكب و العقارب و القِرْدان هم من الحيوانات العنكبوتية .

Spinnen, schorpioenen en teken zijn spinachtigen.

أن البشر، الذين هم من أنواع الحيوانات من بين الغير،

dat de mens, die slechts één diersoort is van de vele,

وهي أن الأشخاص خصوصاً المصابين بإعاقات عقلية هم أشخاص طيبون.

Speciaal het verhaal dat mensen met mentale handicaps goed zijn,

أن ذوي البشرة السمراء هم أول من ادخلها إلى قاموس المفردات

dat zwarte mensen voor het eerst het n-woord in hun vocabulaire opnamen

إحدى نقاط قوة العلم هي أن الناس هم مَن يقومون بإنجاره

Een sterke kant van natuurwetenschap is dat het mensenwerk is

وإحدى نقاط ضعف العلم هي أن الناس هم مَن يقومون بإنجازه،

Maar dat de wetenschap mensenwerk is, is tegelijk een zwakke kant.

أن فصل الشتاء بقايا الجيش الصربي الفرار من الجبال الألبانية. هم

Die winter ontsnappen de overblijfselen van het Servische leger door de Albanese bergen. Hun

الأسلحة النارية ليست من يقتل البشر. البشر هم من يقتل البشر.

- Pistolen doden geen mensen. Mensen doden mensen.
- Wapens doden geen mensen. Mensen doden mensen.

- لم هم غاضبين؟
- ما سبب غضبهم؟
- ما سبب غضبهن؟
- لم هنّ غاضبات؟

Waarom zijn ze boos?

الحروب لا تبدأ هكذا كما يبدأ الشتاء، بل الناس هم من يبدأون الحروب.

Oorlogen starten niet zoals de winter start, maar het zijn de mensen die een oorlog starten.