Examples of using "صغير" in a sentence and their dutch translations:
Dat boek is klein.
Dit is een klein boek.
Het huis is klein.
Holland is een klein land.
- Dat boek is klein.
- Dit boek is klein.
Mijn broer is klein maar sterk.
ongeveer zo groot als een kinderhand.
Het is een kleine schorpioen.
Dit T-shirt is te klein voor mij.
Dat huis is erg klein.
Als je dan verder gaat zoeken
Een kleine schorpioen. We bereiden dit voor.
over de vriendelijke kleine jongen die op een dag verscheen
Sommigen zeggen dat Zweden maar een klein land is
Een kleine sprinkhaanmuis kan maar beter oppassen.
Ze kunnen hun neus in een klein kiertje steken.
van ‘Les Misérables’ naar ‘Little Shop of Horrors’.
Hij zit vast in een spleetje daar. We binden hem vast.
Sami groeide op in een kleine moslimgemeenschap in Oost-Europa.
Slechts een klein voorbeeld van wat het met je kan doen.
Ze kan door een kleine scheur heen. En de krab lijkt haar te voelen...
Hij is nu een kleine zeebioloog. Hij weet zo veel.
De hoeveelheid aan prooi maakt dit een ideaal trainingsgebied... ...voor een jonge jaguar die voor zichzelf moet zorgen.