Examples of using "المطبخ" in a sentence and their dutch translations:
We gaan naar de keuken.
Waar is de keuken?
Sami is in de keuken.
Je komt de keuken in,
De brand begon in de keuken.
Moeder is in de keuken aan het koken.
Waarom is mijn pa in de keuken?
We ontbijten in de keuken.
via een gemeenschappelijke keuken.
Hoeveel eieren zijn er in de keuken?