Examples of using "الإسبانية" in a sentence and their dutch translations:
- Leer je Spaans?
- Leert u Spaans?
Ik leer Spaans.
- Spreekt u Spaans?
- Spreek je Spaans?
- Spreken jullie Spaans?
Mijn moedertaal is Spaans.
Spaans wordt gesproken in twintig landen.
Maar ik sprak toen al vloeiend Spaans,
In 2015 begon ik met Japans, stopte, leerde Spaans, keerde terug
Hij hielp toen bij het behalen van een reeks overwinningen op Spaanse troepen,
Cruciaal was dat Suchet ook bescherming beloofde tegen de vele Spaanse guerrillabands die
Hij leefde in koninklijke stijl en plunderde, zoals bekend, Spaanse kerken op zo'n schaal dat