Examples of using "Yağacak" in a sentence and their dutch translations:
Het gaat regenen.
Het gaat sneeuwen.
- Het zal ongetwijfeld gaan regenen.
- Het zal zonder twijfel gaan regenen.
Morgen gaat het sneeuwen.
Het ziet ernaar uit dat het gaat regenen.
Morgen gaat het regenen.
- Het gaat sneeuwen vandaag.
- Het gaat vandaag sneeuwen.
Ik ben bang dat het gaat regenen.
Het zal zonder twijfel gaan regenen.
Ik ben bang dat het morgen gaat regenen.
Waarschijnlijk gaat het morgen sneeuwen.
Misschien gaat het regenen morgen.
Het zal waarschijnlijk regenen morgen.
Gaat het morgen regenen?
- Gaat het vandaag regenen?
- Zal het vandaag gaan regenen?
- Ik vrees dat het zal gaan regenen.
- Ik ben bang dat het gaat regenen.
- Het gaat vanavond regenen.
- Vanavond gaat het regenen.
Het gaat regenen vanmiddag.
- Het lijkt op regen.
- Het ziet eruit als regen.
- Gaat het nog steeds regenen vandaag?
- Regent het vandaag nog?
- Gaat het vandaag nog regenen?
Volgens de televisie zal het morgen regenen.
Misschien regent het vanmiddag.
"Zal het regenen?" "Ik hoop van niet."
Het zal regenen vanmiddag.
Ik denk dat het straks gaat regenen.
Volgens de radio zal het morgen regenen.
Het ziet ernaar uit dat het vandaag gaat regenen.
Zal het vanavond sneeuwen?
Ik ben bang dat het morgen gaat regenen.
Volgens het weerbericht sneeuwt het morgen.
Volgens een weersvoorspelling zal het morgen sneeuwen.
- Het lijkt op sneeuw richting de avond.
- Het lijkt erop dat het gaat sneeuwen tegen de avond.
Waarschijnlijk gaat het vanmiddag regenen.
Gaat het vanmiddag regenen?
Het gaat regenen. We moeten snel naar huis.
Volgens het weerbericht gaat het morgen sneeuwen.
Ik denk dat het vandaag gaat regenen.
Het schijnt dat het morgen zal regenen.
Het gaat waarschijnlijk regenen vandaag, dus je kunt maar beter je paraplu meenemen.