Examples of using "Turuncu" in a sentence and their dutch translations:
- Mijn shirt is oranje.
- Mijn hemd is oranje.
- Mijn overhemd is oranje.
Het boek is oranje.
De lucht is oranje.
Mijn stropdas is oranje.
Ik draag een oranje T-shirt.
Mijn stropdas is oranje.
Ga door de oranje deur.
De sinaasappel is oranje.
- Mijn favoriete kleur is oranje.
- Mijn lievelingskleur is oranje.
Tom houdt van oranje.
Tom rijdt in een oranje Lamborghini.
Houdt ze van oranje?
Waar heb je die oranje sjaal vandaan?
- Tom draagt een oranje shirt.
- Tom draagt een oranje overhemd.
Maria droeg een oranje jurk.
Er zitten veel oranje vissen in de rivier.
Schilder ons huis. Gebruik de oranje verf.
- Is dit jouw oranje broek?
- Is dit uw oranje broek?
Tom draagt een roodoranje stropdas.
Tom houdt van de kleur oranje.
Een regenboog bestaat uit rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet.
Alle huizen in onze straat zijn versierd met oranje vlaggetjes vanwege het WK.
De zichtbare kleuren van de regenboog zijn rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet.