Examples of using "Kalkar" in a sentence and their dutch translations:
Ze staat vroeg op.
Mijn grootvader staat vroeg op.
Hij staat om zeven uur op.
Mijn vader staat vroeg op.
Jack is een vroege vogel.
Mama staat vroeg op.
- Op zondagmorgen staat ze laat op.
- Zondags 's morgens staat ze laat op.
Zij staat altijd vroeg op.
Iedereen in mijn gezin staat vroeg op.
Hij staat om zeven uur op.
Iedereen in mijn gezin staat vroeg op.
Normaal gesproken is ze vroeg wakker.
Onze trein vertrekt om half negen.
Tom staat 's ochtends vroeg op.
Tom staat op om 6.30 uur.
Mijn vliegtuig vertrekt om zes uur.
Mijn moeder staat eerder op dan ik.
- Op zondagmorgen staat ze laat op.
- Zondags 's morgens staat ze laat op.
Het vliegtuig vertrekt om 17.30 uur.
- Jane is een vroege vogel.
- Jane is matineus.
Carol staat elke ochtend vroeg op.
Een vuile adem besmet 't reine glas.
Tom staat iedere morgen om zes uur op.
Moeder staat vroeger op dan alle anderen van de familie.
Mijn moeder staat vroeger op dan wie dan ook.
Meestal staat ze vijf minuten nadat ze wakker wordt op.
Hij sterft terwijl hij het gedicht nog steeds voordraagt, maar hij maakt de laatste regel niet af.