Examples of using "Kıza" in a sentence and their dutch translations:
Je had je aan het meisje moeten voorstellen.
Je had je aan het meisje moeten voorstellen.
Peter werd verliefd op het meisje.
We hebben twee dochters.
Hij is smoorverliefd op dat meisje.
Ik heb een pullover gekocht voor het meisje.
Ik ben nooit verliefd geworden op een meisje.
Joe is tot over zijn oren verliefd op dat meisje.
Peter werd verliefd op het meisje.
Hij werd verliefd op een knap meisje.
Ik kan niet op een of ander meisje passen.
Sami werd verliefd op een moslimmeisje genaamd Layla.
In het zicht van zijn ouders verspilde hij zijn verdienste aan een dwaas meisje.
Toen Tom klein was, raakte hij geobsedeerd door een meisje dat bij hem aan de overkant van de straat woonde.
Jane deed haar uiterste best om aardig tegen het nieuwe meisje te zijn.
Ik weet niet zeker aan wie ik dit cadeau moet geven: aan het meisje of aan de jongen?
Ik weet niet zeker aan wie ik dit cadeau moet geven: aan het meisje of aan de jongen?