Examples of using "Gider" in a sentence and their dutch translations:
- Hij gaat naar de kleuterschool.
- Hij gaat naar de peuterspeelzaal.
Wie gaat ernaartoe?
- Ga je naar de bioscoop?
- Gaat u naar de bioscoop?
Tom gaat naar de kerk.
Sami gaat naar de moskee.
Tom gaat te voet naar school.
Mike gaat met de bus naar school.
Zo gewonnen, zo geronnen.
Ze gaat zelden uit.
Ze gaat elke zondag naar de kerk.
Tom gaat zelden naar concerten.
Mijn vader gaat met de fiets naar zijn werk.
Hij rijdt dikwijls naar de bibliotheek.
Tom gaat met de trein naar zijn werk.
Misschien hebben we geluk.
- Waar gaat dit pad naartoe?
- Waar leidt dit pad naartoe?
De kinderen gaan ‘s morgens naar school.
Welke bus gaat naar het vliegveld?
Dit schip vaart naar Vancouver.
Hij gaat zelden naar de kerk.
Mijn vader gaat soms naar het buitenland.
- Zoudt ge ooit naakt zwemmen?
- Zou je ooit naakt zwemmen?
Denk je dat ze dat leuk vindt?
Tom gaat naar de stad per bus.
Ik lees graag tijdschriften.
Zo gewonnen, zo geronnen.
Hij gaat te voet naar school.
Gewoonlijk gaat ze om negen uur slapen.
Hij gaat ieder jaar naar het buitenland.
Ik luister graag naar klassieke muziek.
Bill gaat om de dag vissen.
Ga je vaak winkelen?
Gaat deze bus naar het strand?
Alle kinderen gaan naar school in Japan.
Hij gaat naar de bibliotheek om boeken te lezen.
Normaal gaat mijn vader met de bus naar kantoor.
De meeste studenten gaan te voet naar school.
Tom gaat vaak naar Boston.
Vind je het leuk als ik dat doe?
Ik lees graag Amerikaanse romans.
- Hoogmoed komt voor de val.
- Iemand die erg trots is of hoogmoedig, krijgt gauw de bijbehorende ellende.
Mijn familie gaat ieder jaar naar Italië.
Ga je op zaterdag naar school?
Hij gaat daar elke dag naartoe.
Rode wijn past goed bij vlees.
Grijs past goed bij rood.
Mijn hond gaat overal met me mee.
- Dit boek gaat de bovenste plank op.
- Dit boek moet op de bovenste plank.
Deze weg leidt naar Hong Kong.
Gaat deze bus naar het museum?
Whisky en thee gaan heel goed samen.
Doe je iedere dag boodschappen?
Mijn vader gaat elke ochtend joggen.
Hij vertrekt naar school om zeven uur.
Hij gaat ieder jaar naar Karuizawa.
Gaat hij met de bus naar school?
Mijn vader gaat 's zondags naar de kerk.
Tom gaat op zondagmorgen naar de kerk.
Maria gaat gewoonlijk op de fiets naar school.
Tom gaat meestal met de fiets naar school.
- Ga je naar de kerk op kerstdag?
- Gaat u naar de kerk op kerstdag?
- Gaan jullie naar de kerk op kerstdag?
Zou je naar Boston gaan als je de kans had?
Sami gaat naar een lokale moskee.
Rode wijn past goed bij vlees.
Tom gaat dikwijls naar de rivier om te vissen.
Ze gaat een keer per week naar aerobics.
Zijn broer gaat met de bus naar school.
Enkele mensen gaan de zondagmorgen naar de kerk.
De meeste studenten hier gaan op de fiets naar school.
Industrialisering gaat vaak gepaard met vervuiling.
- In de Verenigde Staten rijden de auto's rechts.
- In de VS rijden de auto's rechts.
Hiromi gaat vijf dagen per week naar school.
Waar een tand pijn doet, daar gaat de tong naartoe.
Pizza en bier gaan goed samen.
Mijn familie gaat elke winter skiën.
Mijn hond gaat overal met me mee.
Hij gaat ieder jaar naar het buitenland.
Veel mensen gaan op kerstavond naar de kerk.
- Hoe kom ik bij het strand?
- Welke kant is het strand op?
Zij gaan altijd skiën in de winter.
Ze gaat om de drie dagen naar de supermarkt.
Tom gaat altijd naar de supermarkt waar Mary werkt.
Hoe kom ik bij het strand?
Tom gaat maar vier dagen per week naar school.
- Mijn zus rijdt vaak met de bus van Nijmegen naar Kleef.
- Mijn zus gaat vaak met de bus van Nijmegen naar Kleef.
Haastige spoed is zelden goed.
Mijn vader gaat dikwijls vissen in de nabijgelegen rivier.
Ze gaat zelden uit.