Translation of "Trozo" in Dutch

0.009 sec.

Examples of using "Trozo" in a sentence and their dutch translations:

Dame un trozo.

Geef me er een stukje van.

¿Quieres otro trozo de torta?

- Wilt u nog een stuk gebak?
- Wil je nog een stuk cake?

Tráeme un trozo de tiza.

Breng mij een stuk krijt.

Él sacó un trozo de tiza.

Hij nam een stuk krijt.

Él tomó un trozo de tiza.

Hij nam een stuk krijt.

¿Me puedo comer otro trozo de torta?

Mag ik nog een stuk taart hebben?

Dame un trozo de pan por favor.

Kun je me alsjeblieft een stuk brood geven?

Ella le dio un trozo de papel.

Zij gaf hem een blad papier.

Tráeme un trozo de papel, por favor.

Breng mij een stukje papier a.u.b.

Probé un trozo de pastel y estaba delicioso.

Ik probeerde een stuk taart en het was heerlijk.

Tom se comió un trozo de queso suizo.

Tom at een plak Zwitserse kaas.

Guárdame un trozo de tarta, que tengo que irme.

Hou een stukje gebak voor me apart, ik moet weg.

Tom escribió un mensaje en un trozo de papel.

Tom schreef een bericht op een stukje papier.

Ella se cortó el dedo con un trozo de vidrio.

Ze sneed haar vinger aan een glasscherf.

- Dame un trozo de papel.
- Dame un pedazo de papel.

Geef mij een stuk papier.

- ¿Quieres otro trozo de pastel?
- ¿Querés otro pedazo de budín?

Zou u nog een stuk taart willen?

Y pude ver con claridad el trozo de brazo en su boca.

En ik zie duidelijk... ...haar arm in z'n bek.

- Está chupado.
- Es facilísimo.
- Es un trozo de tarta.
- Es pan comido.

- Dat is kinderspel.
- Het is een fluitje van een cent.
- Dat is een fluitje van een cent.

El ratón fue atraído hasta la trampa por un gran trozo de queso.

Een groot stuk kaas lokte de muis in de val.

Mi madre compra todos los miércoles un gran trozo de carne de cerdo donde el carnicero.

Moeder koopt elke woensdag een grote lap varkensvlees bij de slager.