1. Home
  2. Translation in context
  3. Spanish-Dutch
  4. Tijera

Translation of "Tijera" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Tijera" in a sentence and their dutch translations:

Piedra rompe tijera. Tijera corta papel. Papel envuelve piedra.

De steen breekt de schaar. De schaar knipt het papier. Het papier pakt de steen in.

- Piedra, papel, tijeras.
- Piedra, papel, tijera.

Steen, papier, schaar.

Fuimos cortados por la misma tijera.

Wij zijn uit hetzelfde hout gesneden.

- Piedra, papel, tijeras.
- Piedra, papel o tijera.

Steen, papier, schaar.

- ¿Me prestás tu tijera?
- ¿Me prestas las tijeras?

- Kan ik jouw schaar lenen?
- Kan ik uw schaar lenen?
- Kan ik jullie schaar lenen?

El intendente cortó la cinta con una tijera gigante.

De burgemeester knipte het lint doormidden met een enorme schaar.