Examples of using "Primo" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb een neef die advocaat is.
- Hij is mijn neef niet.
- Hij is niet mijn neef.
Tom is mijn neef.
Morgen komt er een verre neef.
Luke, ik ben je neef.
2539 is een priemgetal.
John is niet mijn broer maar mijn neef.
Ik heb 1000 yen geleend van mijn kozijn.
Mijn kozijn is de voorlaatste in de rij.
- Hij is niet mijn broer. Hij is mijn kozijn.
- Hij is mijn broer niet. Hij is mijn neef.
- Hij ging weg om bij zijn kozijn te blijven.
- Hij ging bij zijn neef logeren.
John is niet mijn broer maar mijn neef.
Mijn neef is iets ouder dan ik.
- Dit is mijn neef.
- Dit is mijn nicht.
Mijn neef, die advocaat is, is momenteel in Frankrijk.
- We verrasten mijn neef met een verjaardagsfeestje.
- We verrasten mijn nicht met een verjaardagsfeestje.
Tweeduizend vijfhonderd negenendertig is een priemgetal.
Haar neef woont in Europa.
- Tom zal bij zijn neef blijven tijdens Kerstmis.
- Tom zal bij zijn nicht blijven tijdens Kerstmis.
Hrolf wordt gedood door iemand die zijn neef Hjörvard lijkt te zijn geweest.
Zijn eigen neef Hjorvard deed een verrassingsaanval op de hal van de koning.
Mijn neef is iets ouder dan ik.