Examples of using "Orgullosa" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben trots op mijn kinderen.
Ze is trots op haar dochter.
Ze is trots op haar zoon.
Er zijn mensen die er prat op gaan dat ze maar vier uur hebben geslapen.
Zij was heel trots op haar vader.
Mijn familie is erg trots op me.
Ze is trots op haar dochter.
De mensen in Brazilië waren trots op hem.
Ze was te trots om hem om hulp te vragen.
Ze is er trots op dat haar man rijk is.
Ik ben trots op mijn kinderen.
Ik ben trots op mijn zoon.
Ik ben fier op mijn broer.
Ik ben er trots op deel uit te maken van dit project.
- Ik ben trots op je.
- Ik ben trots op u.
- Ik ben trots op jullie.
- Ik ben trots op jou.