Examples of using "Casarse" in a sentence and their dutch translations:
Ze hebben besloten te trouwen.
- Hij besloot eindelijk te trouwen.
- Hij heeft besloten eindelijk te trouwen.
Hij heeft besloten eindelijk te trouwen.
Hij kan het zich niet veroorloven om te trouwen.
Trouwen is een ernstige zaak.
Zij wilde liefst meteen trouwen.
Ze besloot met Tom te trouwen.
Hij beloofde met haar te trouwen.
Hij was van plan met haar te trouwen.
Hij besliste om met haar te trouwen.
- Hij besloot eindelijk te trouwen.
- Hij heeft besloten eindelijk te trouwen.
Tom wil met Mary trouwen.
Ze besloot met hem te trouwen.
Zij beloofde met hem te trouwen.
Maar dat belette hem niet om te trouwen.
Hij besloot met haar te trouwen.
Hebben jij en Hanna trouwplannen?
Mijn dochter is van plan te trouwen in juni.
- Het mooie meisje is trouwrijp.
- Het mooie meisje is klaar voor het huwelijk.
Hij zei duidelijk dat hij met haar wou trouwen.
Toms beslissing om te trouwen verbaasde zijn familie.
Door zijn gewoonte geld te verspillen, slaagde hij er niet in te trouwen.
Waarom zou men met een vrouw trouwen als men van mannen houdt?
De paus heeft niet het recht om te trouwen.
Mijn dochter gaat in juni trouwen.
Waarom zou men met een vrouw trouwen als men van mannen houdt?