Examples of using "успел" in a sentence and their dutch translations:
Ik had geen tijd om te eten.
Ik kon het niet opschrijven.
Ik had geen tijd om te ontbijten.
Ik heb de trein maar net gehaald.
- Tom sprong net op tijd terug.
- Tom is net op tijd teruggesprongen.
Ik heb de schoolbus gemist!
Deze morgen heb ik mijn bus gemist.
Helaas was ik niet op tijd voor zijn toespraak.
Ik had nog niet opgehangen of de telefoon ging alweer over.
Hij vertrok vroeg; anders zou hij de trein niet hebben gehaald.
Wanneer heb je de tijd gehad om dat te doen?
Ik heb de trein niet gehaald.
Tom had nauwelijks zijn jas uitgetrokken toen ze vragen begonnen te stellen.
Ik heb de laatste bus gemist en ik ben met de taxi naar huis gegaan.
Heb je de trein gehaald?
Hoe komt het dat je hier eerst bent?
Deze morgen heb ik mijn bus gemist.
Sinds vanmorgen heb ik drie boeken gelezen.
De zomer was voorbij voordat ik het besefte.