Translation of "услугу" in Dutch

0.007 sec.

Examples of using "услугу" in a sentence and their dutch translations:

Окажешь мне услугу?

Wil je me een plezier doen?

- Можешь оказать мне услугу?
- Вы можете оказать мне услугу?

Kun je me een plezier doen?

Не могли бы Вы оказать мне услугу?

- Kun je me een plezier doen?
- Zou je me alsjeblieft een plezier kunnen doen?

Можешь оказать мне услугу? Займёшь мне немного денег?

Wilt ge mij een plezier doen? Leent ge mij een beetje geld?

Он спросил меня, не мог бы я оказать ему услугу.

- Hij vroeg mij of ik hem een plezier kon doen.
- Hij vroeg me of ik hem een plezier kon doen.

- Он спросил, могу ли я сделать ему одолжение.
- Он спросил меня, могу ли я оказать ему услугу.

- Hij vroeg me of ik hem een plezier kon doen.
- Hij vroeg me of ik hem een gunst kon bewijzen.

- "Не окажете ли вы мне одну услугу?" - "Смотря какую".
- "Можно вас кое о чём попросить?" - "Смотря о чём".

"Kan je me een plezier doen?" "Dat hangt ervan af."