Examples of using "спросил" in a sentence and their dutch translations:
- "Een kat?" vroeg de bejaarde man.
- "Een kat?" vroeg de oude man.
- Vandaar vroeg ik het.
- Daarom vroeg ik het.
Tom vroeg waarom.
Heb je het aan Tom gevraagd?
- Ik heb met hem te doen.
- Ik heb het hem gevraagd.
- Ik heb het aan hem gevraagd.
Wat vroeg hij je?
De bestuurder vroeg me welke kant hij op moest.
Ik vroeg hoe het met Tom ging.
"Een kat?" vroeg de bejaarde man.
De bestuurder vroeg me welke kant hij op moest.
- Hij vroeg om mijn raad.
- Hij vroeg mij om raad.
Wat is dat? vroeg Tony.
- Hij vroeg mijn moeder.
- Hij heeft mijn moeder gevraagd.
Ik heb het aan Tom gevraagd.
"Hoe voel je je?" vroeg hij.
„Komt u uit Australië?”, vroeg de Filippino.
Hij vroeg, "Hou je van me?"
De wachter eiste van iedereen het wachtwoord.
Tom vroeg Mary waar de hond was.
Ik vroeg hem naar zijn naam.
Tom vroeg me of ik honger had.
- "Wat is je wens?" vroeg het witte konijntje.
- "Wat is uw wens?" vroeg het kleine witte konijntje.
Ik vroeg hem waarom hij verdrietig was.
Hij vroeg mij waar ik me mee bezig had gehouden,
Hij vroeg me waarom ik lachte.
Niemand vroeg.
Hij vroeg "hoe voel je je?"
Ik vroeg hem waar hij heen ging.
Isaak vroeg toen aan zijn vader Abraham:
Tom vroeg mij wat er scheelde.
Tom vroeg mij wat er scheelde.
Wat vroeg Tom?
Tom vroeg Maria wie haar vader is.
"Hoe voel je je?" vroeg hij.
Tom vroeg Maria waarom ze te laat was.
Hij vroeg me wie ik was.
"Wat is je wens?" vroeg het witte konijntje.
Hij vroeg me waar mijn oom woonde.
Ik vroeg hem naar zijn naam.
"Wat is er?" vroeg het kleine witte konijn.
Hij vroeg mij of ik van wiskunde hou.
Ik heb mijn moeder gevraagd wat ik mee moest brengen.
"Weet u de landcode van Libanon?" vroeg Dima.
- "Ken ik jou niet ergens van?" vroeg de student.
- "Ken ik u niet ergens van?" vroeg de student.
Ik vroeg aan mijn leraar wat ik nu moest doen.
Ik vroeg aan Tom waarom hij huilde.
Tom vroeg Mary waarom ze zo laat was.
Tom vroeg Mary waar haar moeder was.
Tom vroeg mij of ik mijn nieuwe job leuk vind.
"Is dit een illegale taxi?", vroeg ik hem.
- Ik vroeg hem of hij een horloge wilde.
- Ik heb hem gevraagd of hij een horloge wilde.
Tom vroeg Mary hoeveel geld ze had.
Tom vroeg me of ik kan naaien.
- Hij vroeg me of ik hem een plezier kon doen.
- Hij vroeg me of ik hem een gunst kon bewijzen.
Tom vroeg me of ik zijn vader kende.
Ik heb het ze niet gevraagd.
Ik heb het hem niet gevraagd.
Waarom heb je niets gevraagd?
Ik vroeg hoe het met je ging.
Wat ga je met het geld doen, vroeg de politieagent.
"Wat is je wens?" vroeg het witte konijntje.
Ik vroeg haar of ik het boek kon lezen.
Ik heb het ze niet gevraagd.
Hij heeft mijn moeder gevraagd.
Tom toste het muntstuk en zei: „Kop of munt?”
Ik vroeg Tom of hij van Chinees eten hield.
Tom vroeg aan Mary of zij hem leuk vond.
"Wilt ge dat echt?" vroeg het wit konijntje.
Waarom heb je niets gevraagd?
Tom vroeg me hoeveel geld ik op de bank had.
Wilt u dat ik het aan Tom vraag?
- Mijn vader vroeg me wie er gisteren op bezoek was gekomen.
- Mijn vader vroeg me wie hem gisteren was komen bezoeken.
Hij vroeg me of ik goed geslapen had de nacht voordien.
Ik heb hem gevraagd waar ik mijn auto kon parkeren.
- Dat heb ik niet gevraagd.
- Ik heb het niet gevraagd.
- Tom vroeg aan Maria of ze dat moest doen.
- Tom heeft aan Maria gevraagd of zij dat heeft moeten doen.
Ik heb hem gevraagd of hij haar goed kende.
Ik heb aan Tom gevraagd of hij haar goed kende.
- Tom vroeg aan Maria of ze dat moest doen.
- Tom heeft aan Maria gevraagd of zij dat heeft moeten doen.
Ik dacht: "Is dit het hoogste dat ik zal bereiken?"
Tom wees naar een van de foto's en zei: ''Wie is dat?''
- Ik vroeg Tom of hij nog suggesties had.
- Ik heb Tom om suggesties gevraagd.
- Hij vroeg mij of ik hem een plezier kon doen.
- Hij vroeg me of ik hem een plezier kon doen.
"Internationale tv?" vroeg Dima. "Waar heb je het over, Al-Sayib?"