Examples of using "улыбка" in a sentence and their dutch translations:
Je hebt een mooie glimlach.
- Je hebt een mooie lach.
- Je hebt een mooie glimlach.
Je hebt een mooie glimlach.
Je hebt een mooie glimlach.
- Jouw glimlach vrolijkt me altijd op.
- Jouw glimlach maakt me altijd gelukkig.
- Jouw glimlach maakt me altijd blij.
Een glimlach gleed over zijn gezicht.
Een glimlach is de mooiste ronding op het lichaam van een vrouw.
Jouw glimlach maakt me altijd gelukkig.
Tom had een glimlach op zijn gezicht.
Tom had een glimlach op zijn gezicht.
Een glimlach is de mooiste ronding op het lichaam van een vrouw.