Examples of using "села" in a sentence and their dutch translations:
- Maria ging zitten.
- Maria is gaan zitten.
- Ze zat naast me.
- Ze zat naast mij.
Ik ging zitten.
De batterij is leeg!
- De batterij is leeg!
- De accu gaf het op.
Ze stapte op haar fiets en reed weg.
Ik ging naast hem zitten.
De batterij is leeg!
Maria heeft de verkeerde bus genomen.
Dus ik viel voorover en zat daar met hem,
Ik had liever gehad, dat ze naast me zou zitten.
Een felrood lieveheersbeestje landde op mijn vingertop.
Ze is veel afgevallen sinds ze een dieet volgt.
- Ik zette mij naast hem.
- Ik ging naast hem zitten.
Ik zou liever de bus nemen.
Het merendeel van de landbouwers in dit godvergeten dorp kan niet lezen of schrijven.
- Ik zette mij tussen Tom en John.
- Ik ben tussen Tom en John gaan zitten.
- Toms nieuwe shirt kromp toen hij het waste en nu past het niet meer.
- Tom zijn nieuwe shirt kromp toen hij het waste en nu past het niet meer.
Waar namen jullie deze bus?