Examples of using "президент" in a sentence and their dutch translations:
De president heeft slavernij afgeschaft.
Waar is de president?
De president is de hoofdstad ontvlucht.
Hij is de voorzitter van de bank.
De president heeft slavernij afgeschaft.
De president wil vrede, toch?
Barack Obama is de president van de Verenigde Staten.
Erdogan is de president van Turkije.
Dit land heeft een nieuwe president nodig.
De president komt nooit op tijd.
De president werd gekozen voor vier jaar.
Joe Biden is de vicepresident van de Verenigde Staten.
De president is gisteravond op televisie verschenen.
De president van Frankrijk zal volgende maand Japan bezoeken.
Obama is de eerste zwarte president in het Witte Huis.
Ik las dat de president van Brazilië een vrouw is. Ze heet Dilma.
François Hollande komt niet uit Holland. Hij is de Franse president.
De voorzitster keek alsof ze zijn uitleg niet geloofde.
De Wit-Russische president Aleksandr Loekasjenko heeft Aleksej Doedarev gefeliciteerd met zijn jubileum.
Een republiek is een land aan het hoofd waarvan niet een koning of een koningin staat, maar een president.
Abraham Lincoln, de 16e president van de Verenigde Staten, is geboren in een blokhut in Kentucky.