Examples of using "бежал" in a sentence and their dutch translations:
- Hij rende.
- Hij liep.
Tom rende.
Jij rende.
Hij liep snel.
Ik liep.
Hij liep vlugger dan zijn broer.
Ik heb hem zien rennen.
Hij rende voor zijn leven.
Niemand rende voor hem uit.
Tom rende met blote voeten op het strand.
Dus je wilt dat ik me warm ren?
Hij rende en riep om hulp.
Hij rende opdat hij op tijd zou zijn.
Tom rende om de trein te halen.
Hij rende zo snel als zijn ledematen hem konden dragen.
Tom rende zo snel als hij kon.
De president is de hoofdstad ontvlucht.
Hij rende niet snel genoeg om de trein te halen.
- Ik liep.
- Ik rende.
Hij liep vlugger dan zijn broer.
John rende naar het station om zo de laatste trein te halen.
Een kat rende achter een muis aan.