Examples of using "попробовали" in a sentence and their dutch translations:
Dat hebben we geprobeerd.
- Ze proefden het brood.
- Ze hebben het brood geproefd.
We hebben het geprobeerd.
- Ze probeerden het.
- Ze hebben het geprobeerd.
Je probeerde het.
- Ik wil dat jij het probeert.
- Ik wil dat u het probeert.