Examples of using "осталось" in a sentence and their dutch translations:
Is er nog melk?
Hoeveel belegde broodjes zijn er nog over?
- Hoeveel brood is er nog?
- Hoeveel brood is er over?
Hoeveel is er over?
Is er nog bier?
We hebben nog drie dagen over.
Hoeveel hebt ge er nog over?
Is er nog melk?
- Er is niets meer om te eten.
- Er is geen eten over.
Hij zal niet zo lang meer leven.
- Hoeveel cake is er nog over?
- Hoeveel taart is er nog over?
- Hoeveel gebak is er nog over?
Hoeveel taart is er nog over?
Hoelang hebben we nog?
Er is maar een klein beetje melk over.
Hoeveel melk is er over?
We zijn de enige twee die zijn overgebleven.
Er is slechts één ding dat we kunnen doen nu!
Hebben we nog bier over?
Ze heeft niet lang meer te leven.
Tom heeft niet lang meer te leven.
Er is geen vlees meer in de koelkast.
Ik heb nog 20 euro over.
Hoeveel dagen zijn er nog tot Kerstmis?
Er bleef niets in de koelkast over.
Je hebt nog maar tien seconden te leven.
Er is nog melk in de koelkast.
Hoeveel tijd hebben we nog over?
Er is nog maar één vraagje open.
Maar er is heel weinig tijd over.
Er is geen restje eten in de koelkast.
Er zijn nog drie dagen tot Kerstmis.
Het zal niet lang duren tot er een warme lente komt.
Ik ben blut.
Er zit geen blad meer aan die boom.
Er is bijna geen wijn meer.
Er is geen wijn meer in die fles.
Er is nauwelijks koffie over in de pot.
Er is bijna geen koffie over in de pot.
Ik heb nog slechts een paar kogels.
Kerstmis is pas over drie dagen.
Er is nog wat wijn op de bodem van het glas.
Tom heeft niet lang meer te leven.
en het is nog steeds niks, denk daaraan.
Dit is alles wat er over is... ...van het trolleysysteem.
Nu kunnen we alleen maar proberen warm te blijven en wachten.
Aan het einde van het feestje bleven er enkel twee gasten over.
Ik heb bijna geen geld meer.
Volgens de klok heb ik nog drie minuten,
Het duurt nog een paar uur voor de omstandigheden goed zijn.
Er is geen zout meer.
In mijn kopje zit nog wat warme thee.
Zelfs als al het vlees eraf is... ...kun je veel gebruiken.
Zelfs als al het vlees eraf is... ...kun je veel gebruiken.
Het duurt niet lang meer voordat de wintervakantie afgelopen is.
Er zit geen water meer in de fles.
- Er is geen sap meer.
- Er is geen stroom meer.
Er is geen restje eten in de koelkast.
Ik ben bang dat er geen koffie meer over is.
Ik heb nauwelijks nog wat geld over.
Ik heb geen schone sokken.
Hoeveel tijd blijft er nog over?
Er is nog een hoop woestijn om te ontdekken. Slangengif blijft niet goed in deze hitte.
John heeft vijf appels. Hij geeft er één aan Maria. Hoeveel peren zitten er nog in de zak?
We hebben geen brood meer.
Ik weet niet hoe laat het bij ons is.
Ik heb nog 20 euro over.
Als een man elf schapen had en alle behalve negen stierven, hoeveel schapen zou hij dan nog hebben?