Examples of using "октябре" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben in oktober geboren.
Halloween wordt in oktober gevierd.
Dit gebeurde in oktober.
In oktober beginnen de bladeren te vallen.
We hopen in oktober te openen.
Het gebeurde afgelopen oktober.
Tom hoopt je in oktober te zien.
Tom en Maria trouwen in oktober.
Tom en Maria zijn in oktober getrouwd.
Ik word dit jaar 30 in oktober.
Tom zei tegen Mary dat hij in oktober naar Boston ging.
Tom zei tegen Mary dat hij in oktober naar Boston ging.