Examples of using "низкий" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben te klein.
Tom is erg klein.
Hij is klein maar sterk.
Tom heeft een lage stem.
Luiaards hebben een bizar trage stofwisseling.
Ik ben te klein.
Je bent niet zo klein als ik.
Ik ben erg kort.
Tom is klein.
Deze lessenaar is iets te laag voor mij.