Examples of using "назвали" in a sentence and their dutch translations:
De baby heet Anshika.
We gaven onze ontdekking zijn naam:
We noemden het StopFake.
We noemden de hond Tim.
De ouders noemden het kind "Akiyoshi".
Ze noemden het schip "Mayflower".
Ze hebben hun zoon John genoemd.
Ze hebben hun zoon John genoemd.
Ik ben naar mijn oom vernoemd.
Ze noemden president Roosevelt een piraat.
Ze noemde hun baby Jane.
We noemden hem Thomas naar zijn grootvader.
Hoorde je niet dat je naam genoemd werd?
Beyoncé en Jay-Z noemden hun dochter Blue Ivy.
Ze noemden het de 'Wereld Kleuren Enquete'.
Hoe zou jij het noemen?