Examples of using "ложиться" in a sentence and their dutch translations:
Het is te vroeg om naar bed te gaan.
Bedtijd!
Het is bedtijd.
Het is tijd voor jou om naar bed te gaan.
Het is tijd om naar bed te gaan.
Het is tijd voor jou om naar bed te gaan.
Het is tijd om naar bed te gaan. Zet de radio af.
Ik moet gaan slapen.
Ik moet gaan slapen.
- Het is bedtijd.
- Het is tijd om naar bed te gaan.
Het is moeilijk voor mij om vroeg naar bed te gaan en vroeg op te staan.
Het is al bedtijd.
Ik moet gaan slapen.
Je kan maar beter het licht uitdoen voordat je gaat slapen.
Ik wil nog niet naar bed!
Vooraleer te gaan slapen in een hotel, ga eerst na waar de nooduitgang zich bevindt.
Vooraleer te gaan slapen in een hotel, ga eerst na waar de nooduitgang zich bevindt.
Tom zei dat hij naar bed moest.
Ik moet gaan slapen.
Poets je tanden voordat je naar bed gaat.
Poets je tanden voordat je naar bed gaat.