Examples of using "замуж" in a sentence and their dutch translations:
Mijn zus is eindelijk getrouwd.
Haar oudste dochter ging trouwen.
Niet lang daarna trouwde ze opnieuw.
- Wilt u trouwen?
- Wil je trouwen?
Wanneer ben je getrouwd?
Wanneer is ze getrouwd?
Mijn zus gaat trouwen.
Ze is op haar zeventiende getrouwd.
Mijn dochter gaat in juni trouwen.
Hij beloofde met haar te trouwen.
Ze is getrouwd met een muzikant.
Haar oudste dochter ging trouwen.
- Ze is met hem getrouwd.
- Ze trouwde hem.
Ze trouwde met een rijke man.
Ik ben getrouwd.
- Ze zal met een rijkaard trouwen.
- Ze zal met een miljonair trouwen.
Ze trouwde zonder dat haar ouders ervan wisten.
Mary wil met een miljonair trouwen.
Mijn dochter gaat in juni trouwen.
Mijn dochter gaat in juni trouwen.
- Ze is getrouwd toen ze zeventien was.
- Ze is op haar zeventiende getrouwd.
Ze besloot met hem te trouwen.
Ik wil met hem trouwen.
Ze is nooit getrouwd.
Ze trouwde met een rijke oude man.
Ze is getrouwd toen ze 25 was.
Wanneer ben je getrouwd?
Haar oudere zus is afgelopen maand getrouwd.
Ik wil graag met Tom trouwen.
Uiteindelijk is ze met hem getrouwd.
Uiteindelijk is ze met hem getrouwd.
Anna is getrouwd buiten weten van haar ouders.
Mijn zus is getrouwd met haar klasgenoot van de middelbare school.
Wanneer ben je getrouwd?
Ze is op haar zeventiende getrouwd.
Ik wil liever sterven dan met hem te trouwen.
Ze is getrouwd toen ze 25 was.
Als ik groter ben, dan wil ik met Tom trouwen.
De vorige maand is ze met Tom gehuwd.
Voor zover ik weet, is zij nog niet getrouwd.
Ik wil liever sterven dan met hem te trouwen.
Haar oudere zus is afgelopen maand getrouwd.
Trouw met me.
Wil je met me trouwen?
Ik trouwde met een Canadees.
Wanneer ga je in het huwelijksbootje stappen?
Ik ben acht jaar geleden getrouwd.
Wil je met me trouwen?
Wanneer gaan jullie twee trouwen?
Mijn zus trouwde hem ondanks onze bezwaren.
Ik ben gisteren getrouwd.
Ik ben acht jaar geleden getrouwd.
Ze besliste met hem te trouwen.
Ik wilde nooit trouwen.
Ik wil met hem trouwen.
Ik wil trouwen en kinderen hebben.
Je zei dat je met me zou trouwen.
Wil je met me trouwen?
Ik ben getrouwd toen ik 19 was.
Ik wil trouwen en kinderen hebben.
Heb je er spijt van dat je met me getrouwd bent?
Ik kan niet zonder toestemming van mijn ouders trouwen.
- Op welke leeftijd wil je trouwen?
- Op welke leeftijd wil je graag trouwen?
Ik woon hier al sinds ik getrouwd ben.
Hoe oud was je toen je ging trouwen?
Zij is met hem getrouwd voor zijn geld.
Wat ge ook zegt, ik zal met haar trouwen.