Examples of using "завтрак" in a sentence and their dutch translations:
- Het ontbijt is klaar.
- Het ontbijt is gereed.
Meg bereidt het ontbijt voor.
- Wil je ontbijt?
- Wilt u ontbijt?
- Willen jullie ontbijt?
Ik maakte ontbijt.
Is het ontbijt klaar?
Het ontbijt is klaar.
Is het ontbijt inbegrepen?
Ontbijt!
Wanneer is het ontbijt?
Ik heb ontbijt voor je gemaakt.
Is de prijs inclusief ontbijt?
Is de prijs inclusief ontbijt?
- Ik heb ontbijt voor u gemaakt.
- Ik heb ontbijt voor je gemaakt.
- Wat wilt ge als ontbijt?
- Wat wilt u voor het ontbijt?
- Wat wil je voor het ontbijt?
Beschrijf uw ideale ontbijt.
Het is tijd om voedsel te zoeken.
Hoe laat ontbijten we?
Maria maakte ontbijt.
Zij maakten ontbijt.
Tom maakte ontbijt.
- Tom maakte ontbijt.
- Tom heeft ontbijt gemaakt.
Waar is mijn ontbijt?
Tom maakt ontbijt.
Hij is klaar met het ontbijt.
Hij maakte ontbijt.
Maria maakte ontbijt.
Wij maakten ontbijt.
Zij maakten ontbijt.
Zij maakte ontbijt.
- Wat wilt ge als ontbijt?
- Wat wilt u voor het ontbijt?
- Wat wil je voor het ontbijt?
Wat wilt u voor het ontbijt?
Ik wil mijn ontbijt.
Mijn moeder maakt het ontbijt klaar.
Wat wil je voor het ontbijt?
Het ontbijt is om half tien.
Ik heb ontbijt gemaakt voor Tom.
Drink je altijd koffie bij het ontbijt?
Wat wilt u voor het ontbijt?
Wat eet ge als ontbijt?
Wat eet je gebruikelijk als ontbijt?
“Vanaf wanneer is het ontbijt?” “Vanaf half acht”.
Ze had een vroeg ontbijt.
Mayuko eet brood voor het ontbijt.
Ben je nog niet klaar met je ontbijt?
Wij maakten pannenkoeken voor het ontbijt.
We aten sandwichen als ontbijt.
Wat wil je voor het ontbijt?
Wil je koffie of thee bij je ontbijt?
Brood en boter is mijn gewoon ontbijt.
Wat wilt ge als ontbijt?
Brood en boter is mijn gewoon ontbijt.
Ik eet graag ananas voor ontbijt.
Ik wil graag eieren voor het ontbijt morgen.
Wat eet ge als ontbijt?
Waaruit moet een gezond ontbijt bestaan?
Iris, wat eet je meestal voor het ontbijt?
We hebben nauwelijks genoeg tijd om te ontbijten.
Tom heeft alleen ontbeten.
U kan ontbijten tussen zeven en negen uur.
Bij het ontbijt neem ik altijd koffie met toast.
Bij het ontbijt drinkt Tom altijd een kop warme chocolademelk.
Ik hou niet van thee, normaal neem ik koffie bij het ontbijt.
Sandra neemt een boterham en een kop koffie als ontbijt.
Omdat ik niet ontbeten heb, heb ik nu heel erg honger.
"Wat wil je morgen voor ontbijt? Brood? Rijst?" "Beide zijn prima."
Ze ontbijten meestal om half acht en gebruiken de lunch om twaalf uur.