Examples of using "ждём" in a sentence and their dutch translations:
We wachten.
Waarop wachten we nu?
We wachten op Tom.
We zijn op een takelwagen aan het wachten.
- We wachten op je.
- We zitten op je te wachten.
We wachten op het juiste moment.
We wachten op de kerstman.
We verwachten veel van hem.
Wat verwachten wij van Maria?
Vanavond verwachten wij gasten.
We wachten nog steeds op een antwoord.
en we wachten en houden het in de gaten met scans.
We verwachten hem morgen om tien uur.
We kijken ernaar uit om jou en je familie te zien.
We verwachten Tom ieder moment.
We verwachten Tom ieder moment.