Examples of using "ехала" in a sentence and their dutch translations:
Ze reed op een kameel.
De prinses reed in een gouden koets.
Waar ging je naartoe?
Ik heb twee dagen en een nacht gereden.
- Waar ging je heen?
- Waar ging je naartoe?
Ik reed 120 kilometer per uur toen de politie mij aanhield.