Translation of "выехать" in Dutch

0.002 sec.

Examples of using "выехать" in a sentence and their dutch translations:

Мы планируем завтра выехать.

We zijn van plan morgen te gaan.

Тебе нужен паспорт, чтобы выехать за границу.

Je hebt een paspoort nodig om naar het buitenland te gaan.

Обычно требуется паспорт для того, чтобы выехать заграницу.

Om naar het buitenland te reizen heeft men meestal een internationaal paspoort nodig.

Мы сходимся на том, что должны рано выехать.

We zijn het erover eens dat we vroeg moeten vertrekken.