Examples of using "вернётесь" in a sentence and their dutch translations:
- Wanneer keer je terug?
- Wanneer kom je terug?
Wanneer ben je terug?
- Wanneer ga je terug naar Japan?
- Wanneer gaan jullie terug naar Japan?
- Wanneer gaat u terug naar Japan?
"Wanneer kom je terug?" "Dat hangt helemaal van het weer af."
- Ik hoop dat u spoedig terugkeert.
- Ik hoop dat je snel terugkomt.
- Ik hoop dat u gauw terugkomt.
Hoe laat kom je terug?
Wanneer u terugkomt uit Amerika, ben ik al afgestudeerd.
Wanneer keert ge terug naar Italië?
Kom je morgen terug?
Ik blijf hier tot je terugkomt.
- Ik blijf hier tot ge terugkomt.
- Ik blijf hier tot je terugkomt.
"Wanneer kom je terug?" "Dat hangt helemaal van het weer af."