Examples of using "ваша" in a sentence and their dutch translations:
Dit is uw hond.
- Jij wint!
- U wint!
- Jullie winnen!
- Je hebt gewonnen!
- U heeft gewonnen!
- Jullie hebben gewonnen!
Waar is jullie kamer?
- Ze is jouw dochter.
- Ze is uw dochter.
Hoe was uw reis?
- Hoe is het met uw familie?
- Hoe gaat het met je gezin?
Volgende keer is het uw beurt.
Waar is jullie kamer?
- Ik ben je vriend.
- Ik ben uw vriend.
- Ik ben jullie vriend.
Dit is jullie slaapkamer.
Is zij uw zuster?
- Hier is je bon.
- Hier is je bonnetje.
- Hier is uw bon.
- Hier is uw bonnetje.
Is dit uw auto?
Is uw dochter blind?
Is dit uw pen?
- Is dit jouw tas?
- Is dit uw tas?
Uw ploeg is beter dan de onze.
- Waar is je kamer?
- Waar is jullie kamer?
Waar is jullie zuster?
Hoera! De hypothese is bewezen.
Jouw team is sterker dan het onze.
- Uw dochter is aan de drugs.
- Je dochter gebruikt drugs.
Wat is de naam van uw apotheek?
Wie is je favoriete tv-ster?
- Uw dood is mijn leven.
- Jouw dood is mijn leven.
Dit is allemaal jullie schuld.
Wat is uw bloedgroep?
De hoed is van jou.
Is deze schrijfmachine van u?
- Is die zwarte zak van jou?
- Is deze zwarte tas van u?
- De helft hiervan is van jou.
- De helft hiervan is van u.
Wat is uw eigenlijke doel?
We hebben uw handtekening nodig.
Hoe is het met uw familie?
Meisjes, waar is jullie moeder?
Ik zal je hulp nodig hebben.
Ik heb je hulp nodig.
Wanneer zal jullie boek worden uitgegeven?
- Hij heeft uw hulp nodig.
- Hij heeft jullie hulp nodig.
Waar is je school?
Wij hebben uw hulp nodig.
Hier zou uw reclame kunnen staan.
Welke hond is van jou?
- Is dat jouw moeder?
- Is dat je moeder?
Uw hond is hier.
- Wij hebben uw hulp nodig.
- We hebben jouw hulp nodig.
- We hebben jullie hulp nodig.
Ben je tevreden met je nieuwe werk?
- Waar ben jij goed in?
- Waar bent u goed in?
Uw zuster is mooi als altijd.
Hier is drinkgeld voor uw moeite.
Ik heb je lof niet nodig.
Jouw dochter is geen meisje meer.
- Hoe gaat het met de familie?
- Hoe gaat het met je gezin?
Wat is je favoriete hondenras?
Het is uw beurt nog niet.
Jouw boek veranderde mijn leven.
Ik heb uw hulp niet nodig.
- Hoe was jouw verblijf in Australië?
- Hoe was uw verblijf in Australië?
- Jij bent.
- Je bent aan zet.
- Het is jouw beurt.
Alleen als je leven ervan afhangt.
Wat jouw erfdeel ook is,
- Is dat je moeder?
- Is zij jullie moeder?
Het is jouw beurt om te zingen.
- Is dit uw familie?
- Is dit jouw familie?
- Is zij uw moeder?
- Is zij jouw moeder?
- Is zij jullie moeder?
Is dit uw eerste conferentie in Parijs?
- Waar zijn je kleren?
- Waar zijn uw kleren?
Deze hoed is van jou.
Dat is je werk.
- Is je dochter blind?
- Is uw dochter blind?
- Ik ben uw zuster.
- Ik ben je zus.
Waar is je gezin?
Is je vrouw thuis?
Nu is het jouw beurt.
Hier is jouw tas.
Is dat jouw auto?
Welke hoed is van jou?
- Het is jouw boek.
- Het is uw boek.
- Het is jullie boek.
Is zij uw zuster?
Is Maria jouw dochter?
Dit is jouw overwinning.
- Dit is jouw land.
- Dit is jullie land.
- Dit is uw land.
Is dat jouw vriendin?
Is dat uw doel?
- Het is jouw schuld.
- Het is uw schuld.
- Het is jullie schuld.
Wat is uw achternaam?
Waar is je auto?
Waar is je hoed?
Waar is jullie zuster?
Het is jouw probleem.