Examples of using "бы" in a sentence and their dutch translations:
Dat zou me verbazen.
- Daar zou ik het mee eens zijn.
- Dat zou ik beamen.
Ik zou vertrekken.
Tom zou weggaan.
Welke zou jij leuk vinden?
Kijk eens wie dat zegt.
We zouden moeten gaan zitten.
Ik zou het doen als ik het kon.
Ik zou nee hebben gezegd.
Tom zou huilen.
- Als ik het wist, zou ik het je zeggen.
- Als ik het wist, zou ik het u zeggen.
Als ik het wist, zou ik het u zeggen.
Wat zou je doen als je hier een leeuw zou tegenkomen?
Wat wil je eten?
Wat zou jij graag willen?
- De pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet.
- De pot verwijt de ketel.
Het zou leuk zijn als je kon zingen.
Als er geen zon zou zijn, zou leven niet mogelijk zijn.
Zal ze komen? Het zou goed zijn als ze kwam.
Als hij hier was, wat zou hij gezegd hebben?
- Zou je graag een hond willen hebben?
- Wil je een hond?
Zou je mij laten gaan?
- Ik had eerder moeten komen.
- Ik wou graag dat je eerder was gekomen.
Je zou Tom leuk vinden.
Ik zou dankbaar zijn.
Ik zou ja hebben gezegd.
Wat zou er gebeurd zijn als Tom ons had gezien?
Ik zou liever scheiden.
- Ik wil graag weg.
- Ik wil graag vertrekken.
- Ik wil graag weggaan.
- Ik zou graag willen vertrekken.
We zouden graag vertrekken.
Tom zou boos worden als ik dit zou doen.
Ik wil koffie.
Zou u Tom herkennen als u hem zag?
- Je zou wat moeten slapen.
- Je zou moeten gaan slapen.
- Probeer je het werkelijk?
- Probeer je het überhaupt?
Zou ik gearresteerd worden als ik dat deed?
Ik denk dat je Tom moet roepen.
Hopelijk werkt het.
Wat zou er gebeuren als de aarde zou stoppen met draaien?
Ik zou het niet aanraden.
Ik wou dat ik een hond had.
Als ik rijk was dan gaf ik je geld.
Ik zou je graag bezoeken.
Wat zou er gebeuren?
- Ik zou wat willen drinken.
- Ik heb zin om iets te drinken.
- Ik heb zin in een drankje.
Ik zou graag eten.
Dat zou leuk zijn.
Ik zou op dit moment wel een biertje lusten.
Dat moet jij nodig zeggen!
Tom zou begrijpen.
Tom zou huilen.
Ik zou hebben gewacht.
Ah, ik kan niet wachten op het weekend.
Wat te drinken?
Tom zou wachten.
- Hij zou weggaan.
- Hij zou eruit komen.
- Ze zou eruit komen.
- Ze zou weggaan.
- Zij zou weggaan.
- Zij zou eruit komen.
Ze zou weggaan.
Tom zou niet huilen.
Ik wil het graag zien.
- Ik zou hem schrijven als ik zijn adres wist.
- Als ik zijn adres wist, zou ik naar hem schrijven.
Als ze uw adres kende, zou ze u schrijven.
Ik zou je graag kussen.
Hoe zou jij Tom helpen?
Als ik het zou kunnen betalen, zou ik een elektrische auto kopen.
Je zou ze niet leuk vinden.
Ik zou u willen een bezoek brengen.
Als ik rijk was dan gaf ik je geld.
Tuurlijk, waarom niet?
Als ik het had geweten, had ik het je wel verteld.
- Als ik het wist, zou ik het je zeggen.
- Als ik het wist, zou ik het u zeggen.
Het zou fijn zijn als ik een auto had.
Als God niet bestond, zou het de moeite waard zijn om Hem te bedenken.
Als hij niet lui geweest was, had hij rijk kunnen zijn.
Als het morgen maandag was, zou het vandaag zondag zijn.
Ik had graag groter willen zijn.
Ik wou dat ik het mis had.
Zouden ze dat doen?
Wat zou er gebeuren als de hele wereld zou leven zoals de Amerikanen?
Was er iets ernstigs gebeurd, dan hadden ze het me verteld.
- Ik wenste dat ik rijk was.
- Ik zou rijk willen zijn.
- Was ik maar rijk.
Ik zou je graag kussen.
Ik zou willen miljonair zijn.
Zou je graag beroemd willen zijn?
- Ik zou het niet gedaan hebben.
- Ik zou dat niet hebben gedaan.
Tom zou erg trots op je geweest zijn.
Ik zou er niet om geven.
- Zou je het kunnen doen?
- Zou jij het kunnen doen?
Waar wilt ge naartoe?
Waar zou u willen zitten?